Werkstraf soms toch mogelijk bij ontucht, ondanks taakstrafverbod art. 22b Sr

Geplaatst op: 17 april 2014

In artikel 22b Sr. is een taakstrafverbod opgenomen. Het is de rechter op grond van dit artikel niet toegestaan om een kale taakstraf op te leggen voor de meeste zedenmisdrijven. Toch zien we in de jurisprudentie enkele zaken voorbij komen waarbij de rechter dit taakstrafverbod wegens bijzondere omstandigheden toch naast zich neerlegt, zo ook in de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, van 6 februari 2014, parketnr. 01/821277-13, NbSr 2004, 89. In deze zaak hield de rechtbank rekening met de oprechte spijt van de verdachte en zijn inzet om vrijwillig en op eigen initiatief behandeling te krijgen bij de GGZ-instelling De Hoop.

Lees meer >


Feitelijke aanranding ook zonder lichamelijke aanraking

Geplaatst op: 10 februari 2014

Ook zonder dat er sprake is van lichamelijke aanraking kunnen seksuele handelingen wordt aangemerkt als feitelijke aanranding. In de jurisprudentie zien we hiervan meerdere voorbeelden.

Lees meer >


Zoenpoging levert geen feitelijke aanranding op

Geplaatst op: 28 januari 2014

Een zoenpoging levert geen poging tot aanranding op. Dat heeft de rechtbank Gelderland bepaald (rb Gelderland, 15 maart 2013, ECLI:RBGEL:2013:BZ9305):

“[slachtoffer2] heeft verklaard dat een man, waarvan zij denkt dat het verdachte is, in de nacht van 3 op 4 december 2010 meerdere malen in haar slaapverblijf is geweest en gepoogd heeft haar te kussen terwijl zij in haar bed lag. De man zou met zijn handen op het bed van aangeefster hebben geleund zodat hij niet verder voorover kon vallen.  De man zou hierbij op “lineaal afstand” van haar hoofd zijn geweest, waarna aangeefster hem met twee handen heeft weggeduwd en vervolgens uit het slaapverblijf gezet. Hieruit volgt dat er, behalve door het wegduwen en het verblijf uitzetten van de man door aangeefster, geen fysiek contact tussen beide is geweest. De omstandigheid dat aangeefster – mogelijk op goede gronden – denkt dat de man als zij niets zou hebben gedaan haar een zoen zou hebben gegeven, betekent niet dat er sprake was van een voltooide aanranding in de zin van artikel 140 van het Wetboek van militair strafrecht, waarbij immers sprake moet zijn van een bedreiging of van een schending van de lichamelijke integriteit van de persoon. Een zoenpoging zonder dat het tot fysiek contact is gekomen levert niet een dergelijke schending op”

Lees meer >


Kinderporno per ongeluk binnengekregen bij downloaden porno

Geplaatst op: 27 januari 2014

Steeds vaker zien we dat verdachten onbewust en onbedoeld kinderpornografische afbeeldingen binnenkrijgen op hun computer als “bijvangst” bij het downloaden van porno. Ook in een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, van 22 januari 2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:397 zien we dat.

Lees meer >


Beoordeling zedenzaken door Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken (LEBZ) bij seksueel misbruik kinderen

Geplaatst op: 21 januari 2014

De Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken (LEBZ) is opgericht op 1 oktober 1999 op grond van de toenmalige Aanwijzing Opsporing seksueel misbruik in afhankelijkheidsrelaties. In de aanwijzing werd er op gewezen dat men in sommige gevallen zeer terughoudend moest zijn een redelijk vermoeden van schuld aan te nemen op grond van een enkele aangifte. De impliciete doelstelling van de aanwijzing was te voorkomen dat mensen die worden beschuldigd van seksueel misbruik al te lichtvaardig worden aangehouden. Hiertoe is door het College van procureurs-generaal de LEBZ in het leven geroepen. De LEBZ is een multidisciplinair samengestelde groep deskundigen die door de officier van justitie kan worden ingeschakeld om in een relatief vroeg stadium de waarheidsgetrouwheid van bepaalde operationele zedenzaken te beoordelen.

Lees meer >


Bewijsminimumregels nader uitgewerkt; eisen steunbewijs

Geplaatst op: 20 januari 2014

Volgens het tweede lid van art. 342 Sv – dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan – kan het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. De vraag of aan het bewijsminimum van art. 342, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval. Opmerking verdient dat het bij de in cassatie aan te leggen toets of aan het bewijsminimum van art. 342, tweede lid, Sv is voldaan, van belang kan zijn of de feitenrechter zijn oordeel dat dat het geval is, nader heeft gemotiveerd. Voorts is in de rechtspraak van het EHRM en de Hoge Raad het uitgangspunt verankerd dat het bewijs in aanwezigheid van de verdachte ter openbare terechtzitting aan de orde dient te komen en dat de verdachte een adequate mogelijkheid moet hebben om in het licht van zijn verdedigingsrechten als bedoeld in art. 6 EVRM tegenargumenten naar voren te brengen.

Lees meer >


Ondervragingsrecht jonge slachtoffers zedenzaken

Geplaatst op: 20 januari 2014

In zedenzaken komt het geregeld voor dat ook jonge slachtoffers een verklaring hebben afgelegd. Voor de verdediging kan het noodzakelijk zijn hen dan te horen als getuige om de verklaring op betrouwbaarheid en geloofwaardigheid te kunnen toetsen.

Lees meer >


Kus op de wang niet zonder meer ontuchtig

Geplaatst op: 20 januari 2014

Het geven van een kus op de wang, ook als dat onverhoeds gebeurd, is slechts een feit van een zeer gering afkeurenswaardig kaliber. Zo een onschuldige, bijna romantische, kus op de wang verliest dat  ontuchtige karakter meteen wanneer men de context ervan in ogenschouw neemt. Dit concludeerde de A-G bij een arrest van de Hoge Raad van 22 maart 2011, ECLI:NL:PHR:2011:BP1379,

 


Van ontucht kan ook sprake zijn zonder feitelijke aanraking

Geplaatst op: 20 januari 2014

In deze op zich bijzondere zaak heeft de Hoge Raad geoordeeld dat er sprake was van ontucht c.q. feitelijke aanranding van de eerbaarheid, zonder dat er enig lichamelijk contact is geweest tussen de verdachte en aangeefster. Het gaat om een zedenzaak waarbij de verdachte de woning van aangeefster was binnengedrongen en voor haar neus zich heeft afgetrokken.

Lees meer >


Verhouding ‘feitelijkheden’ en ‘ontuchtige handelingen’; per ongeluk aanraken

Geplaatst op: 16 januari 2014

Ontuchtige handeling kunnen wel dezelfde handeling  zijn als de feitelijkheid waarmee het slachtoffer wordt gedwongen tot het dulden van die ontuchtige handeling. Dit volgt uit HR 8 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:900:

Lees meer >


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden