Zoenpoging levert geen feitelijke aanranding op

Een zoenpoging levert geen poging tot aanranding op. Dat heeft de rechtbank Gelderland bepaald (rb Gelderland, 15 maart 2013, ECLI:RBGEL:2013:BZ9305):

“[slachtoffer2] heeft verklaard dat een man, waarvan zij denkt dat het verdachte is, in de nacht van 3 op 4 december 2010 meerdere malen in haar slaapverblijf is geweest en gepoogd heeft haar te kussen terwijl zij in haar bed lag. De man zou met zijn handen op het bed van aangeefster hebben geleund zodat hij niet verder voorover kon vallen.  De man zou hierbij op “lineaal afstand” van haar hoofd zijn geweest, waarna aangeefster hem met twee handen heeft weggeduwd en vervolgens uit het slaapverblijf gezet. Hieruit volgt dat er, behalve door het wegduwen en het verblijf uitzetten van de man door aangeefster, geen fysiek contact tussen beide is geweest. De omstandigheid dat aangeefster – mogelijk op goede gronden – denkt dat de man als zij niets zou hebben gedaan haar een zoen zou hebben gegeven, betekent niet dat er sprake was van een voltooide aanranding in de zin van artikel 140 van het Wetboek van militair strafrecht, waarbij immers sprake moet zijn van een bedreiging of van een schending van de lichamelijke integriteit van de persoon. Een zoenpoging zonder dat het tot fysiek contact is gekomen levert niet een dergelijke schending op”

< Terug naar Meer informatie ontucht c.q. feitelijke aanranding
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden