Taakstraf voor seks met minderjarige prostituee
De Valkenburgse zedenzaak had de volle aandacht van de media. Het OM blies hoog van de toren. Het OM trad agressief op. Tientallen klanten van een 16 jarig slachtoffer van een loverboy moesten een flinke douw krijgen om anderen af te schrikken. Justitie had haar interne richtlijnen in samenspraak met de rapporteur mensenhandel aangescherpt omdat prostitutie van minderjarigen toeneemt en moeilijk te bestrijden is.
Al gauw bleek de Valkenburgse zedenzaak niet geschikt voor deze forse aanpak. De verdachten droegen schuld, waar er daadwerkelijk sprake was van seksueel contact . De wet zegt immers dat de klanten zich moeten vergewissen van de leeftijd van de prostituee. Maar eenduidig is het niet: de verdachten waren misleid door een advertentie op een legale site waar het meisje werd voorgesteld als meerderjarig.
Leeftijd minderjarige prostituee
En dat maakt deze zaak toch anders, dan de andere zaken waar het gaat om het hebben van seks met een minderjarige prostituee. Het feit dat de verdachten niet wisten dat het meisje minderjarig was, maakt dat ze minder hard gestraft moesten worden, zo oordeelde de rechtbank Limburg in verschillende uitspraken (Rb Limburg, 30 juli 2015,ECLI:NL:RBLIM:2015:6529 :
“Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte maakt deel uit van de groep jeugdprostitutieklanten die terecht staat in de zogenaamde ‘Valkenburgse zedenzaak’. De rechtbank realiseert zich dat dit een grote impact heeft op de levens van àlle betrokkenen. In de eerste en voornaamste plaats op dat van het minderjarige slachtoffer en haar naasten. Dat verwoordt zij ook in de slachtofferverklaring die ter terechtzitting is voorgelezen. Daarnaast heeft de zaak van begin af aan kunnen rekenen op bijzonder veel publiciteit. De rechtbank kan zich voorstellen dat dit ook belastend is voor de verdachten en hun directe omgeving, althans voor zover die door verdachten op de hoogte is gebracht.
Het hebben van seks met een minderjarige prostituee is strafbaar gesteld in artikel 248b van het Wetboek van Strafrecht. Hierin staat de bescherming van minderjarigen centraal. Zij moeten kunnen opgroeien in een omgeving waar zij zich veilig kunnen ontwikkelen, ook op seksueel gebied. Gezien hun jeugdige leeftijd kan van hen niet worden verwacht dat zij zelf voldoende in staat zijn hun seksuele integriteit te bewaken en de draagwijdte van hun gedrag in dit opzicht te overzien.
Jeugdprostitutie is een ernstig zedendelict. De grote hoeveelheid mannen (enkele tientallen) die in een relatief korte periode van tien dagen in een hotelkamer tegen betaling seks hadden met een meisje van 16 jaar heeft de maatschappij extra geschokt. De rechtbank benadrukt in dit verband echter dat zij bij het bepalen van de straf bij iedere verdachte afzonderlijk moet beoordelen welk verwijt hem individueel kan worden gemaakt.
De rechtbank heeft bewezenverklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het gebruik maken van de diensten van een minderjarige prostituee. Daarbij is geen sprake geweest van het seksueel binnendringen van het lichaam van de minderjarige. De verdachte heeft door zijn handelen de lichamelijke integriteit en de psychische staat van de minderjarige in ernstige mate geschonden en bijgedragen aan het in stand houden van jeugdprostitutie.
Voor jeugdprostitutie is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf het uitgangspunt. De rechtbank vindt die in elk geval op haar plaats als de verdachte bewust ontucht wilde plegen met een minderjarige. De rechtbank houdt er echter rekening mee dat uit het strafdossier niet kan worden afgeleid dat verdachte bewust op zoek was naar een seksafspraak met een meisje dat jonger was dan 18 jaar. Hij reageerde op een advertentie op een website waar bij het profiel van het meisje de leeftijd van 18 jaar stond vermeld. Daarvan had verdachte zich echter moeten vergewissen, Dat heeft hij nagelaten en zo is hij in werkelijkheid terechtgekomen bij het minderjarige slachtoffer en daarvoor draagt hij verantwoordelijkheid. Zonder ook maar iets af te doen aan de ernst van het strafbare feit en de gevolgen voor het slachtoffer, is het verwijt dat verdachte kan worden gemaakt beperkter dan in het geval dat hij wel bewust op zoek was gegaan naar een minderjarige of wist dat zij minderjarig was. Daarnaast weegt de rechtbank mee dat dat verdachte een blanco strafblad heeft en dat de reclassering het recidiverisico inschat als laag.
Gelet op deze omstandigheden acht de rechtbank anders dan de officier van justitie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een te zware strafmodaliteit. De rechtbank is in overeenstemming met uitspraken in vergelijkbare zaken van oordeel dat een taakstraf al dan niet in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf het meest passend is. Op grond van het bepaalde in artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht is deze strafmodaliteit voor jeugdprostitutie echter niet meer mogelijk. Artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht sluit immers uit dat de rechtbank (onder meer) voor dit feit niet kan volstaan met het opleggen van een enkele taakstraf. Daarom zal de rechtbank kiezen voor een in haar ogen minder bevredigende oplossing, namelijk een gevangenisstraf voor de duur van één dag in combinatie met een taakstraf. Tegen een dergelijk gecombineerde straf verzet artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht zich niet.
Wat betreft de hoogte van de taakstraf zal de rechtbank niet meegaan met het verzoek van de raadsman om in strafverminderende zin rekening te houden met de grote mate van publiciteit over de Valkenburgse zedenzaak. De rechtbank doet dit niet omdat in dit geval niet is gebleken dat de naam of persoon van verdachte in het nieuws is geweest op een wijze waardoor hij concreet schade heeft opgelopen.
Dit alles brengt mee dat de rechtbank een gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van één dag in combinatie met een taakstraf van 120 uur.”
Negatieve publiciteit
De rechtbank heeft de negatieve publiciteit in casu niet laten meewegen. Was ons betreft is dat onterecht. Zoals hiervoor aangegeven is de nuance in deze zaak dat de verdachten niet wisten dat het meisje minderjarig was. Ze zijn wel schuldig omdat ze haar leeftijd vooraf niet hebben gecheckt (bijv. via een paspoort), maar het is niet zo dat de verdachten bewust seks hadden met een minderjarig meisje; ze waren misleid door een advertentie.
Deze nuancering is belangrijk in deze zaak, maar het OM leek daar in het geheel geen rekening mee te houden. Ruim voordat deze afweging in de rechtszaal kon worden gemaakt was het OM al straf aan het uitdelen: om de klanten van het meisje te dwingen om zich te melden dreigde justitie bij alle mannen op de lijst thuis te komen. Een woordvoerster van het OM zei op televisie dat hen echtgenotes wel raar zouden opkijken als de politie plotseling voor de deur zou staan. Het gevolg: twee mannen pleegden zelfmoord. Het OM heeft hiermee de rechten van de verdachten geschaad. Je bent pas schuldig totdat je veroordeeld bent. De politie mag niet voordien alvast straffen middels onnodige naming end shaming. Hiervoor had een strafvermindering moeten volgen.
< Terug naar Meer informatie "sex met minderjarige prostituee"