Kinderporno in deleted items en unallocated clusters

De “deleted items” bevatten volgens het dossier zogenaamde “gewiste” bestanden die zonder daarvoor bestemde software niet meer eenvoudig door de gebruiker te benaderen zijn. De “unallocated clusters” betreffen een niet toegewezen deel van de harde schijf. Bestandsnamen en mapstructuur zijn niet beschikbaar op dit gedeelte van de harde schijf. Met behulp van speciale software is het in veel gevallen mogelijk een deel van de door de gebruiker verwijderde bestanden en mappen te herstellen en weer te geven. Het is niet mogelijk een relatie tot een specifieke map te leggen. De oorspronkelijk plaats binnen de mappenstructuur op de computer blijft dan ook onbekend.

Geen beschikkingsmacht in deleted items en unallocated clusters

Het criterium voor het bezit van kinderporno is dat de verdachte daar op enig moment in de ten laste gelegde periode.

Unallocated clusters zijn ‘dakloze’ bestanden die op de harde schijf blijven staan als het ‘adres’ van het bestand wordt verwijderd. Wanneer de prullenbak wordt geleegd, worden de bestanden niet zelf vernietigd, maar wordt alleen het adres of etiket van het bestand gewist, zodat die plaats op de harde schijf vrijkomt voor andere bestanden. Zolang het bestand niet wordt overschreven, blijft het bestaan. Hoewel de computer het bestand niet zelfstandig kan vinden, is het wel mogelijk om met specialistische, forensische software het bestand weer zichtbaar te maken. Niet gebleken is echter dat verdachte in het bezit was van dergelijke specialistische software.

ENKELE UITSPRAKEN:

Niet vast te stellen dat in client in ten laste gelegde periode beschikkingsmacht had over afbeeldingen
Rechtbank Noord-Nederland, 19 maart 2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:1302
“Uit het dossier blijkt dat op de laptop van verdachte geen software is aangetroffen om de bestanden in de “deleted items” en in de “unallocated clusters” te benaderen. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte op het moment van inbeslagname van de laptop, te weten 5 oktober 2013, niet meer de beschikkingsmacht had over de kinderpornografische afbeeldingen en deze afbeeldingen derhalve niet meer in het bezit had. Dit neemt niet weg dat verdachte ooit wel de beschikkingsmacht over de kinderpornografische afbeeldingen heeft gehad, hij heeft ze immers verwijderd.
De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is wanneer de kinderpornografische afbeeldingen zich in de “allocated clusters” (de voor verdachte toegankelijke bestanden) bevonden en of dit in de ten laste gelegde periode is geweest. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de laptop in oktober 2008 nieuw van zijn vader heeft gekregen. Hij heeft dit onderbouwd door een afschrift van de aankoopbon van de laptop aan de rechtbank te overleggen. De rechtbank constateert derhalve dat de kinderpornografische afbeeldingen na oktober 2008 op de harde schijf van de laptop van verdachte zijn geplaatst. Ten laste is gelegd “in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 oktober 2013″. De rechtbank kan op grond van het dossier niet zonder gerede twijfel vaststellen dat verdachte de ten laste gelegde kinderpornografische afbeeldingen na 1 januari 2010 heeft verworven en in het bezit heeft gehad. De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van het onder 2. ten laste gelegde, omdat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.”
Het kan dus zo zijn geweest dat de bestanden er eerder (toegankelijk voor verdachte) opstonden, maar dat dit niet was in de ten laste gelegde periode.

Kinderporno in deleted items bij ICT-medewerker
Rechtbank Noord-Holland, 19 maart 2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:2853

Uit het dossier blijkt dat het materiaal dat is aangetroffen in de map ‘deleted items’ niet meer zonder de daarvoor bestemde software eenvoudig voor de gebruiker te benaderen is. Dat verdachte ICT medewerker is en wellicht meer dan gemiddelde kennis met betrekking tot computers heeft, maakt naar het oordeel van de rechtbank nog niet dat sprake was van beschikkingsmacht over de afbeeldingen. Met de officier van justitie acht de rechtbank het bezit in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot deze bestanden derhalve niet wettig en overtuigend bewezen en zal de rechtbank verdachte daarvan vrijspreken.

< Terug naar Meer informatie kinderporno
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden