Geen staat van verminderd bewustzijn, ondanks alcohol en drugs

In de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 12 oktober 2018, ECLI:NL:RBNNE:2018:4063 ging het om een slachtoffer dat weliswaar alcohol en drugs op had maar volgens de rechtbank was het niet zo dat zij daardoor onvoldoende in staat was om haar wil te bepalen. De rechtbank acht niet bewezen dat aangeefster, die weliswaar onder invloed van alcohol en drugs verkeerde, in een zodanige staat van verminderd bewustzijn verkeerde dat zij in onvoldoende mate haar wil kon bepalen omtrent het verrichten en dulden van seksuele handelingen of dat zij geen weerstand kon bieden aan de seksuele verlangens van verdachte en de medeverdachten.

Er waren een aantal omstandigheden hierbij bepalend:

  • Onduidelijk is hoeveel alcohol er genuttigd is; geen objectief bewijs in de vorm van uitslagen van adem- of bloedonderzoek naar alcohol- en speedgebruik
  • Uit beelden en getuigenverklaringen volgt dat aangeefster uitdagend gedrag vertoonde
  • Bij sluitingstijd gaf ze duidelijk aan niet mee te willen met haar vriendin
  • Op beelden is te zien hoe aangeefster zelfstandig achter een van de verdachten aanloopt (ze was in staat om zelfstandig, doelgericht en in een rechte lijn en in normaal tempo te lopen)
  • Ander concreet, de aangifte ondersteunend bewijs voor het bestaan van een toestand van verminderd bewustzijn ontbreekt

Uitspraak rechtbank; geen bewijs voor staat van verminderd bewustzijn

De rechtbank acht het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hierbij het volgende.

De rechtbank is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat aangeefster tijdens de seksuele handelingen verkeerde in een staat van bewusteloosheid of lichamelijke onmacht. De rechtbank heeft hierbij in aanmerking genomen dat aangeefster hierover zeer summier heeft verklaard, terwijl uit hetgeen zich verder in het dossier bevindt een dergelijke staat niet blijkt of is af te leiden. De vraag die voorligt is derhalve of er bij aangeefster sprake was van een situatie van verminderd bewustzijn, zoals omschreven in artikel 243 Sr.

In de wetsgeschiedenis is omtrent de staat van verminderd bewustzijn omschreven dat bij de invulling van dit begrip onder meer gedacht kan worden aan situaties waarin de persoon zich bevindt in een roes als gevolg van het innemen van alcohol of drugs. Het gaat niet om de situatie dat iemand geheel van de wereld is. Het gaat om situaties tussen waakzaamheid en geheel van de wereld zijn in, waarbij van de persoon in redelijkheid niet kan worden verwacht dat hij of zij weerstand biedt aan seksuele verlangens van een ander.1 Het gaat om situaties waarin een persoon in onvoldoende mate zijn of haar wil kan bepalen en kenbaar maken ten aanzien van instemming of afwijzing van seks met een ander. Daarbij kan worden gedacht aan een verminderd bewustzijn in een sluimering of halfslaap dan wel als gevolg van dronkenschap of drugsintoxicatie..2

De rechtbank stelt vast dat aangeefster volgens haar verklaring voorafgaand aan haar bezoek aan de horecagelegenheid waar verdachte en de twee medeverdachten als barman werkten een kleine hoeveelheid speed heeft gebruikt en bier heeft gedronken. Ook in de betreffende horecagelegenheid heeft zij vervolgens nog een paar alcoholische drankjes gehad. Onduidelijk is hoeveel alcohol zij genuttigd heeft. Objectief bewijs in de vorm van uitslagen van een adem- of bloedonderzoek over het speed- en/of alcoholgehalte ontbreekt. Over de staat waarin aangeefster verkeerde, is daarnaast wisselend verklaard, namelijk van (“goed”) aangeschoten tot (“lekker”) dronken.

Door de bewakingscamera van de horecagelegenheid zijn gedurende de nacht beelden gemaakt. Uit deze beelden blijkt dat aangeefster, hoewel zij op momenten onvast ter been is, gedurende haar gehele verblijf in de horecagelegenheid in staat is te dansen en diverse gesprekken te voeren.

Uit de beelden en uit meerdere getuigenverklaringen volgt verder dat aangeefster uitdagend gedrag vertoonde door onder meer haar wijze van dansen met verschillende personen en het meermalen op de bar klimmen en gaan liggen voor zogenoemde bellyshots. Uit de verklaringen van verdachte, de medeverdachten en verschillende getuigen komt daarnaast naar voren dat het hebben van seks met meerdere barmannen die avond meerdere malen ter sprake is geweest tussen aangeefster en één of meer verdachten. Meerdere getuigen verklaren dat aangeefster, toen haar vriendin de horecagelegenheid na sluitingstijd samen met haar wilde verlaten, duidelijk te kennen gaf dat zij niet mee wilde met haar vriendin, maar in de horecagelegenheid wilde blijven. De rechtbank leidt uit deze verklaringen af dat aangeefster op dat moment nog voldoende in staat was haar wil te bepalen en kenbaar te maken. De camerabeelden van de situatie even voor sluitingstijd geven geen aanleiding daar anders over te denken.

Op de beelden is vervolgens te zien dat aangeefster zelfstandig achter één van de verdachten aanloopt naar de ruimte achter de bar. Verdachte houdt de deur voor haar open en beiden verdwijnen uit beeld. Vast staat dat daarna in die ruimte de tenlastegelegde seksuele handelingen plaats hadden. Korte tijd later is, op andere camerabeelden, te zien dat aangeefster de achteruitgang van het pand uitstapt en meteen wegloopt. Op beide momenten, dus direct voor en direct na de seksuele handelingen, is aangeefster in ieder geval in staat zelfstandig, doelgericht, in een rechte lijn en in normaal tempo te lopen. Deze beelden geven in zoverre dan ook geen aanleiding te veronderstellen dat op die momenten sprake was van een toestand van verminderd bewustzijn.

Ander concreet, de aangifte ondersteunend bewijs voor het bestaan van een dergelijke toestand ontbreekt.

Op basis van de beschikbare bewijsmiddelen acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat aangeefster, die weliswaar onder invloed van alcohol en drugs verkeerde, in een zodanige staat van verminderd bewustzijn verkeerde dat zij in onvoldoende mate haar wil kon bepalen omtrent het verrichten en dulden van seksuele handelingen of dat zij geen weerstand kon bieden aan de seksuele verlangens van verdachte en de medeverdachten.

De rechtbank spreekt verdachte derhalve vrij van het hem ten laste gelegde.

 

< Terug naar Meer informatie sex met bewusteloze, onmachtige of gestoorde
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden