Meer informatie kinderporno Archives - Zedenadvocaat https://www.zedenadvocaat.nl/advocaat-kinderporno/ Tue, 17 Dec 2019 07:16:48 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.1.6 Veroordeling voor belediging bij sexting https://www.zedenadvocaat.nl/veroordeling-voor-belediging-bij-sexting/ https://www.zedenadvocaat.nl/veroordeling-voor-belediging-bij-sexting/#respond Tue, 17 Dec 2019 07:16:48 +0000 https://www.zedenadvocaat.nl/?p=1994 Het verspreiden van naaktfoto’s via social media wordt ook wel sexting genoemd. In de wet wordt het veelal gebracht onder de strafbaarstelling van belediging. We zien dat o.a. in Rechtbank Overijssel, 7 oktober 2019, ECLI:NL:RBOVE:2019:3531: “Vooropgesteld overweegt de rechtbank dat de effecten van het plaatsen van belastend beeldmateriaal van andere jongeren, zoals in dit geval […]

The post Veroordeling voor belediging bij sexting appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
Het verspreiden van naaktfoto’s via social media wordt ook wel sexting genoemd. In de wet wordt het veelal gebracht onder de strafbaarstelling van belediging. We zien dat o.a. in Rechtbank Overijssel, 7 oktober 2019, ECLI:NL:RBOVE:2019:3531:

“Vooropgesteld overweegt de rechtbank dat de effecten van het plaatsen van belastend beeldmateriaal van andere jongeren, zoals in dit geval een naaktfoto, vaak worden onderschat. Dit exposen wordt door velen ervaren als een zware persoonlijke vernedering en aantasting van de familie-eer. Slachtoffers zijn vaak bang dat het beeldmateriaal uitlekt naar hun ouders en andere familieleden. Ook in deze zaak heeft de verdachte onvoldoende stilgestaan bij de snelheid waarop beelden op social media worden gedeeld, en de enorme impact die het kan hebben op de persoon die op de betreffende foto staat.

Verdachte heeft op 19 februari 2017 een naaktfoto van een minderjarige jongen via Whatsapp ontvangen en deze verder verspreid via haar Instagramaccount en, omdat zij deze jongen had getagd, ook onder de volgers van deze minderjarige jongen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben en verspreiden van een naaktfoto van de minderjarige [slachtoffer] en dus van het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno. Daarmee heeft verdachte in de eerste plaats [slachtoffer] schade berokkend. Het is algemeen bekend dat wanneer iemands naam en foto op deze wijze op sociale media of internet komen, iemands eer of goede naam wordt aangetast en het tevens niet gemakkelijk is daarvan af te komen.”

De minderjarige verdachte de naaktfoto van het 14 jarig meisje via social media verspreidde is uiteindelijk voor het bezit en verspreiden van kinderporno en belediging veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren.

De Hoge Raad is echter streng bij het kwalificeren van het versturen van naaktfoto’s tussen tieners onderling. Dit wordt niet altijd als kinderporno aangemerkt (ECLI:NL:HR:2016:213).

“De Hoge Raad tekent hierbij aan dat, mede gelet op de hiervoor weergegeven wetsgeschiedenis, moet worden aangenomen dat art. 240b Sr te ruim is geredigeerd, in die zin dat deze bepaling ook gevallen bestrijkt waarin volgens de wetgeschiedenis strafrechtelijke aansprakelijkstelling achterwege kan of dient te blijven. Relevante factoren voor het bepalen van dergelijke gevallen zouden daarbij in het bijzonder zijn de concrete gedraging van de verdachte, de leeftijd van de betrokkenen, de instemming van de betrokkenen en het ontbreken van enige aanwijzing voor een risico van verspreiding van de afbeelding(en) onder anderen dan de betrokkenen. Deze gevallen zouden in de – bij de verdere behandeling van het wetsvoorstel niet weersproken – visie van de Minister nader moeten worden omschreven in de Aanwijzing kinderpornografie. Geen van de elkaar opvolgende Aanwijzingen kinderpornografie bevat evenwel enige omschrijving in die zin. Een verdachte die wordt vervolgd ter zake van het misdrijf van art. 240b Sr, kan zich derhalve niet met vrucht beroepen op die Aanwijzing. Daardoor laat zich nog sterker het gemis voelen dat de wetgever niet zelf art. 240b Sr zo heeft geformuleerd dat het zich niet uitstrekt over gevallen waarin naar zijn opvatting strafrechtelijke aansprakelijkstelling achterwege behoort te blijven.

Bij deze stand van zaken is het aan de strafrechter om – ook al is voldaan aan alle bestanddelen van art. 240b Sr – in het soort gevallen dat is genoemd in de wetsgeschiedenis, aan de hand van factoren als hiervoor genoemd de vraag onder ogen te zien of het gedrag van de verdachte, alle omstandigheden in aanmerking genomen, van dien aard is dat het moet worden gekwalificeerd als het in die bepaling als misdrijf tegen de zeden strafbaar gestelde feit, en ingeval die vraag ontkennend wordt beantwoord, de verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging op de grond dat het bewezenverklaarde niet een strafbaar feit oplevert.”

The post Veroordeling voor belediging bij sexting appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
https://www.zedenadvocaat.nl/veroordeling-voor-belediging-bij-sexting/feed/ 0
Hoge Raad: niet altijd sprake van kinderporno bij foto’s tussen jongeren https://www.zedenadvocaat.nl/hoge-raad-niet-altijd-sprake-van-kinderporno-bij-fotos-tussen-jongeren/ https://www.zedenadvocaat.nl/hoge-raad-niet-altijd-sprake-van-kinderporno-bij-fotos-tussen-jongeren/#respond Mon, 15 Apr 2019 13:35:05 +0000 https://www.zedenadvocaat.nl/?p=1980 Aangenomen moet worden dat art. 240b Sr te ruim is geredigeerd, in die zin dat deze bepaling ook gevallen bestrijkt waarin volgens de wetsgeschiedenis strafrechtelijke aansprakelijkstelling achterwege kan of dient te blijven en noemt relevante factoren voor het bepalen van dergelijke gevallen. Deze gevallen zouden in de – bij de verdere behandeling van het wetsvoorstel […]

The post Hoge Raad: niet altijd sprake van kinderporno bij foto’s tussen jongeren appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
Aangenomen moet worden dat art. 240b Sr te ruim is geredigeerd, in die zin dat deze bepaling ook gevallen bestrijkt waarin volgens de wetsgeschiedenis strafrechtelijke aansprakelijkstelling achterwege kan of dient te blijven en noemt relevante factoren voor het bepalen van dergelijke gevallen. Deze gevallen zouden in de – bij de verdere behandeling van het wetsvoorstel niet weersproken – visie van de Minister nader moeten worden omschreven in de Aanwijzing kinderpornografie. Omdat de Aanwijzing Kinderpornografie echter geen omschrijving in die zin omvat, is het aan de strafrechter om – ook al is voldaan aan alle bestanddelen van art. 240b Sr – in het soort gevallen dat is genoemd in de wetsgeschiedenis, aan de hand van door de HR genoemde factoren de vraag onder ogen te zien of het gedrag van de verdachte, alle omstandigheden in aanmerking genomen, van dien aard is dat het moet worden gekwalificeerd als het in die bepaling als misdrijf tegen de zeden strafbaar gestelde feit, en ingeval die vraag ontkennend wordt beantwoord de verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging op de grond dat het bewezenverklaarde niet een strafbaar feit oplevert.

In de wetsgeschiedenis zijn de volgende factoren geformuleerd;

De memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot de Wet van 13 juli 2002, Stb. 388, op grond waarvan art. 240b, eerste lid, Sr is komen te luiden als hiervoor weergegeven, houdt – voor zover hier van belang – het volgende in:

“Voorgesteld wordt de verhoging van de leeftijdsgrens van toepassing te doen zijn op alle in artikel 240b Sr. genoemde gedragingen. Dat betekent dat ook de vervaardiging en het bezit (voor eigen gebruik) van een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij een persoon van 16 of 17 jaar is betrokken of schijnbaar is betrokken, strafbaar worden. De NOVA is van oordeel dat de voorgestelde verhoging beperkt zou moeten blijven tot commerciële seksuele uitbuiting. Ik meen dat het niet wenselijk is om wat de verhoging van de leeftijdsgrens tot 18 jaar betreft een differentiatie aan te brengen tussen commerciële en niet commerciële kinderpornografie. De in artikel 240b omschreven gedragingen kunnen ook schadelijk zijn voor minderjarigen van 16 en 17 jaar in een niet commerciële context. Het huidige artikel 240b maakt thans geen verschil tussen verschillende vormen van kinderporno. Uit een oogpunt van eenvoud van wetgeving is het wenselijk om de voorgestelde verhoging over de gehele linie door te voeren. De opsporings- en vervolgingspraktijk heeft behoefte aan een eenduidige bepaling. Tegen het strafbaar stellen van het vervaardigen en bezit van kinderporno ten aanzien van 16- of 17-jarigen zou kunnen worden ingebracht dat het hebben van seks met een minderjarige vanaf 16 jaar in de regel niet strafbaar is. Maar daartegen kan worden aangevoerd dat niet alle seks met een minderjarige van die leeftijd straffeloos is. Indien de dader en de minderjarige een bijzondere band met elkaar hebben (ouder-kind, docent-leerling), is seks tussen hen wel strafbaar. Ik meen dat een evenwichtig en zorgvuldig gebruik van het opportuniteitsbeginsel kan waarborgen dat deze bepaling in de praktijk op juiste en verantwoorde wijze wordt toegepast. In de Aanwijzing kinderpornografie van het College van procureurs-generaal wordt rekening gehouden met verschillende vormen van kinderporno. Daarin zal bij voorbeeld ook aandacht kunnen worden besteed aan gevallen waarin de minderjarige op geen enkele wijze in haar of zijn belangen is geschaad. Men kan daarbij denken aan gevallen in de privésfeer, waarin een oudere minderjarige ermee instemt dat een leeftijdgenoot voor eigen of beider bezit kinderporno vervaardigt. Ik meen dat justitieel optreden in dergelijke gevallen in de regel achterwege kan blijven.”

(Kamerstukken II 2000-2001, 27 745, nr. 3, blz. 5-6)

2.4.2.

De nota naar aanleiding van het verslag bij genoemd wetsvoorstel houdt – voor zover hier van belang – in:

“Wat betreft de voorgestelde verhoging van de leeftijdsgrens naar 18 jaar merk ik op dat het bij de strafbaarstelling van kinderporno anders dan bij ontucht niet alleen gaat om het voorkomen van schade aan het kind dat bij de vervaardiging van kinderporno betrokken is geweest als gevolg van die vervaardiging, maar ook om het voorkomen van schade aan dat kind en kinderen in het algemeen door het in omloop brengen van dat beeldmateriaal. De instemming van een 16- of 17-jarige met de vervaardiging en de verspreiding van kinderporno neemt de schadelijke effecten ervan niet weg.

Bij de bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie is aanvaard uitgangspunt dat de leeftijdsgrens van een kind wordt gesteld op 18 jaar. Voor een effectieve aanpak van uitbuiting van kinderen en kinderpornografie in de praktijk is het wenselijk om uit te gaan van een heldere bepaling die alle vormen van kinderporno kan omvatten. Zoals ik reeds naar voren heb gebracht zijn er gevallen denkbaar waarin strafrechtelijk optreden achterwege kan blijven. Ik denk daarbij bij voorbeeld aan de vervaardiging van kinderporno waarbij een 16- of 17-jarige is betrokken, met diens instemming en voor diens eigen gebruik. Als uit het strafrechtelijke onderzoek komt vast te staan dat het daarbij is gebleven, is er geen noodzaak voor strafrechtelijk optreden. Ik acht het juridisch aanvaardbaar dat zulks wordt verzekerd door een zorgvuldige en evenwichtige toepassing van het opportuniteitsbeginsel. (…)

Voor strafrechtelijk optreden tegen echte kinderporno is ook nu niet doorslaggevend of een kind seksueel is misbruikt voor de vervaardiging. Een kind in een seksueel getinte pose kan ook kinderporno opleveren. In artikel 240b Sr. zelf wordt geen onderscheid gemaakt tussen commerciële en niet commerciële kinderporno, wanneer het gaat om kinderporno waarbij (…) kinderen van 16 of 17 jaar zijn betrokken. Dat onderscheid zal wel gemaakt worden bij de vaststelling en vormgeving van het vervolgingsbeleid. Dat beleid wordt vastgelegd in de aanwijzing kinderpornografie en is daardoor kenbaar. Deze handelwijze dient de rechtszekerheid en is daarmee geenszins in strijd.”

(Kamerstukken II 2001-2002, 27 745, nr. 6, blz. 15-16)

The post Hoge Raad: niet altijd sprake van kinderporno bij foto’s tussen jongeren appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
https://www.zedenadvocaat.nl/hoge-raad-niet-altijd-sprake-van-kinderporno-bij-fotos-tussen-jongeren/feed/ 0
Vrijspraak bij kinderporno in tempory internet files https://www.zedenadvocaat.nl/vrijspraak-bij-kinderporno-in-tempory-internet-files/ https://www.zedenadvocaat.nl/vrijspraak-bij-kinderporno-in-tempory-internet-files/#respond Sun, 27 Jan 2019 23:06:35 +0000 https://www.zedenadvocaat.nl/?p=1965 Vrijspraak van het bezit van dierenpornografische afbeeldingen die zich bevonden in de temporary internet files. Naar het oordeel van het hof kan niet worden gezegd dat er sprake was van een bewuste vastlegging van het materiaal, omdat de bestanden automatisch door het systeem zijn aangemaakt. Wel is de conclusie dat de verdachte zich opzettelijk de […]

The post Vrijspraak bij kinderporno in tempory internet files appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
Vrijspraak van het bezit van dierenpornografische afbeeldingen die zich bevonden in de temporary internet files. Naar het oordeel van het hof kan niet worden gezegd dat er sprake was van een bewuste vastlegging van het materiaal, omdat de bestanden automatisch door het systeem zijn aangemaakt. Wel is de conclusie dat de verdachte zich opzettelijk de toegang tot deze bestanden heeft verschaft via een geautomatiseerd netwerk of met gebruikmaking van een communicatiedienst (Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 3 september 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:4059).

Op de in beslag genomen laptop heeft verbalisant [verbalisant] ruim driehonderd als dierenpornografisch beoordeelde afbeeldingen aangetroffen. Het ging daarbij om niet rechtstreeks benaderbare, maar wel te benaderen bestanden. In totaal zijn 887 afbeeldingen (foto’s) aangetroffen, die door verbalisant [verbalisant] zijn gekwalificeerd als dierenpornografisch materiaal. Van deze afbeeldingen bevonden zich 337 afbeeldingen op een voor een gebruiker benaderbare plaats (Temporary internetfiles), 39 op een plaats omdat ze door de gebruiker zijn verwijderd (Deleted) en 511 op een niet direct benaderbare plaats (Unallocated). Op de afbeeldingen was telkens sprake van een ontuchtige handeling waarbij een mens en een dier betrokken waren. Verbalisant [verbalisant] heeft uit de afbeeldingen een representatieve doorsnede gemaakt van vijf afbeeldingen. Deze afbeeldingen zijn door hem nader beschreven in het proces-verbaal met nummer [nummer] .12 De afbeeldingen zijn opgenomen in een in het onderzoek beschreven toonmap. De zichtbare seksuele gedragingen op de aangetroffen afbeeldingen bestaan uit het door een persoon in de mond nemen van het geslachtsdeel van een dier, het door een dier in de vagina, anus of mond (laten) brengen van het dierlijk geslachtsdeel en het met de handen aanraken van het dierlijk geslachtsdeel.13

Uit de systeeminformatie volgt dat de laptop op 9 november 2015 was geïnstalleerd. Deze was op 19 november 2015 voor het laatst gebruikt c.q. afgesloten. In de data was sprake van het invoeren van zoektermen door de gebruiker die ogenschijnlijk verwijzen naar bestanden bevattende dierenpornografische afbeeldingen. Het ging daarbij om de zoektermen ‘horse sucking slut’, ‘horse suck slut’, ‘horse sucking slut play with pussy’ en ‘suck a horse meanwhile plays with pussy’. Gelet op de data heeft de gebruiker deze zoektermen op 19 november 2015 omstreeks 02.00 uur ingevoerd.14

Op de in beslag genomen laptop (merk Dell), hard disk drive (merk Toshiba) en UWB-stick is kinderpornografisch materiaal aangetroffen. Verbalisant [verbalisant] heeft vastgesteld dat er in totaal ruim 11.000 afbeeldingen op de gegevensdragers voorkwamen. Het ging daarbij om 11.212 foto’s en twee video’s. Op de laptop (merk Dell) werden in totaal 9708 afbeeldingen aangetroffen. Daarvan stonden er 9704 op een niet direct benaderbare plaats (Unallocated), drie op een voor een gebruiker benaderbare plaats (Temporary internet files) en 1 bestand was normaal en zonder speciale software door de gebruiker te benaderen (Accessible). Op de hard disk drive (Toshiba) werden in totaal 29 afbeeldingen aangetroffen. Deze stonden op een niet direct benaderbare plaats (Unallocated). Op de USB stick werden 1475 afbeeldingen aangetroffen en twee video’s. Deze stonden op een niet direct benaderbare plaats (Unallocated).

Deze afbeeldingen zijn alle bekeken en de inhoud daarvan is verwerkt in een collectiescan. Verbalisant [verbalisant] heeft uit de afbeeldingen een representatieve doorsnede gemaakt van dertien afbeeldingen, alle aangetroffen op de USB-stick. Deze afbeeldingen, met de bestandsnamen [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] en [naam] , zijn door hem nader beschreven in het proces-verbaal met nummer [nummer] . Ook de twee video’s die zijn aangetroffen op de USB-stick zijn door hem beschreven. De bestandsnamen zijn [naam] en [naam] .15 De afbeeldingen zijn opgenomen in een in het onderzoek beschreven toonmap.

Uit de collectiescan van alle afbeeldingen volgt dat op deze afbeeldingen de volgende kinderpornografische elementen zichtbaar zijn:

  • het met een penis oraal penetreren van het lichaam van een minderjarige, met een penis en met een voorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een minderjarige en het met een voorwerp anaal penetreren van het lichaam van een minderjarige (bestand [naam] , [naam] , [naam] , [naam] );
  • ontuchtige handelingen, bestaande uit het betasten/aanraken van de geslachtsdelen van een minderjarige met penis en met vinger/hand en van de billen met penis (bestand [naam] en [naam] );
  • ontuchtige handelingen, bestaande uit het betasten/aanraken door een minderjarige van de geslachtsdelen met vinger/hand en van de billen met vinger/hand ( [naam] en [naam] );
  • het poseren door een minderjarige, met nadruk op geslachtsdelen/borsten en billen door ‘geheel naakt’, ‘gedeeltelijk naakt’, ‘niet bij leeftijd passende kleding (lingerie etc.), ‘onnatuurlijke omgeving’, ‘striptease-act/houding’, ‘camerastandpunt’, ‘onnatuurlijke houding’ ( [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] );
  • overige seksuele gedragingen, bestaande uit spuiten van/zichtbaar maken van sperma op lichaam minderjarige en houden van penis dicht bij lichaam minderjarige (bestand [naam] en [naam] ).

Op de afbeeldingen waren minderjarigen te zien in de leeftijdscategorieën 16 tot 18 jaar (ongeveer 5%), 12 tot 16 jaar (ongeveer 10%) en jonger dan 12 jaar (ongeveer 85%). De jongste persoon op de door verbalisant [verbalisant] beschreven afbeeldingen werd door hem geschat op een leeftijd tussen de 0 tot 2 jaar oud.16

(Ten aanzien van alle feiten)

De verdachte is op 7 januari 2016 door de politie verhoord en heeft daarbij het volgende verklaard17:

V: Vraag verbalisant

A: Antwoord verdachte

O: Opmerking verbalisant

V: Sinds wanneer woont u op het adres [adres] te [woonplaats] ?

A: Als ik mij niet vergis is dat per 1 november 2014.

V: Waar heeft u gewoond voor u op de [adres] bent gaan wonen?

A: Ik woonde in [woonplaats] op de [adres] . In [plaats] was dat.

V: Met wie heeft u daar gewoond?

A: Ook alleen.

V: Op welke social media site heeft u allemaal een account?

A: Gehad. Facebook. (…) Ik heb op Facebook een paar fake profielen gehad.

V: Heeft u onder andere namen (…) e-mailadressen aangemaakt?

A: Ik heb wel eens fake accounts aangemaakt.

V: Waar gebruikt u Picasa allemaal voor?

A: Heb ik in een grijs verleden wel eens gebruikt. Wel eens foto’s die ik daar bekeek.

V: Dus u heeft wel gebruik gemaakt van Picasa?

A: Ik heb die site wel eens bezocht ja.

V: Hoe vaak heeft u de computer die wij in beslag hebben genomen gereset?

A: Een keer.

V: Wanneer is dat geweest?

A: September, oktober 2015 volgens mij.

V: Wat doet u als u een bestand wilt verwijderen van de laptop?

A: Dat gaat gewoon, bestand een keer aanklikken, wordt hij blauw en dan aan het einde prullenbak leegmaken.

V: Wanneer verwijdert u dan een bestand?

A: Als een bestand mij niet aanspreekt dan gaat het direct weg.

V: Wanneer is dat?

A: Waar ik hier voor zit. Dat soort bestanden verwijder ik.

V: Wanneer was de laatste keer dat u bestanden heeft verwijderd van de laptop?

A: Dat weet ik nog heel goed. Dat was de avond voor jullie bezoek.

V: Vertel eens, wat was dat?

A: Dat waren onder andere foto’s met beeldmateriaal van kinderen, video’s en dat is echt er af geveegd.

V: Vertel eens wat zag u dan?

A: Kinderen in erotische poses, die seks bedreven.

V: Welke handelingen verricht u als u een bestand wilt verwijderen van de USB stick?

A: Die zet ik altijd op formatteren.

V: Heeft u wel eens bestanden van de USB stick verwijderd?

A: Ja.

V: Wat was de laatste keer dat u van de USB stick de bestanden heeft verwijderd?

A: Naar mijn gevoel ook een paar dagen voor…

V: Heeft u wel eens bestanden van de externe hard disk verwijderd?

A: Ja, dat heb ik.

V: Hoe vaak heeft u bestanden vanaf de USB stick op de computer gezet?

A: Vaak.

V: Hoe vaak heeft u bestanden vanaf de computer naar de USB stick opgeslagen?

A: Ook vaak.

V: Welke sites heeft u bezocht waarop sprake is van seks met dieren?

A: Toevallig laatst een keer gedownload.

V: Welke zoektermen heeft u ingevuld om er informatie over te vinden?

A: Dierseks of iets in die trant. Meestal op z’n Engels.

V: U zegt u heeft het gedownload?

A: Nou opgezocht op zo’n porno site en dan een stukje bekijken en toen was het delete downloads.

O: In het cache geheugen van de laptop van Google Chrome hebben wij sporen aangetroffen van via deze browser bezochte pagina’s. Verder zijn in de prullenbak van de laptop afbeeldingen aangetroffen, die nadat ze in de prullenbak hebben gestaan en deze is leeggemaakt, waarop sprake is van dierenpornografie. Te zien is namelijk een dier, veelal een paard en een vrouw, veelal naakt, terwijl er sprake is van een seksuele gedraging.

O: Sterker nog er zijn ook zoektermen aangetroffen op de laptop die onmiskenbaar verwijzen naar de nadrukkelijke mogelijkheid dat de persoon die deze zoekvragen stelt ook geconfronteerd zal worden met dierenpornografische afbeeldingen.

V: Wat had u dan gedacht te zullen vinden met de zoekterm: ‘Horse suck slut’?

A: Dierenporno.

V: En met de zoekterm: ‘Horse sucking slut’?

A: Ja hetzelfde.

V: En met de zoekterm: ‘Horse sucking slut play with pussy’?

A: Hetzelfde.

O: Ik kan u zeggen dat ik afbeeldingen heb aangetroffen waarop een paard te zien is en een vrouw waarbij het gaat om afbeeldingen waarbij ze het geslachtsdeel van het dier in de mond heeft of tegen de mond houdt en/of tegen de vagina brengt en zelfs afbeeldingen waarbij het geslachtsdeel van het dier zich bevindt in de vrouw.

V: Wat kunt u hierover zeggen?

A: Daar kan ik op zeggen dat ze er best zullen zijn maar ze staan niet voor niets in de prullenbak.

V: Wie kent u met de naam [naam] ?

A: Dat is ooit een pseudo persoon geweest.

V: Wie wordt er bedoeld met de naam [naam] ?

A: Een pseudopersoon.

V: Waarvoor heeft u het account [e-mailadres] gebruikt?

A: Ik heb dat account gebruikt, maar de rest zwijg ik.

V: Op de laptop is een afbeelding aangetroffen die door de gebruiker is ingesteld als bureaublad afbeelding. Dit is duidelijk kinderpornografisch beeldmateriaal. Waarom heeft u die afbeelding dan zo ingesteld?

A: Ik downloadde een bestandje. Ik was op zoek naar nieuwe screensavers. (…)

A: Na mijn ontslag ben ik echt wel in zo’n neerwaartse spiraal terechtgekomen dat je eigenlijk niets kunt omdat je de financiële middelen niet hebt. Dan kom je in een internetwereld en je gaat op zoek naar een wereld. Zijn er foto’s en kinderporno te vinden. Dan ga je op zoek en dan is die verzanding zo groot dat je 24 uur per dag op internet zit.

Verweren van de verdediging en beslissing van het hof op de verweren

Het hof overweegt ter inleiding het volgende. De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep betoogd dat het appel voornamelijk is gericht tegen de (hoogte van de) opgelegde straf. De raadsman heeft in zijn pleidooi evenwel enkele kritische kanttekeningen geplaatst bij het bewijs en de waardering daarvan. Hoewel de raadsman niet uitdrukkelijk enig rechtsgevolg aan deze kanttekeningen heeft verbonden, is het hof van oordeel dat deze – indien het hof de raadsman daarin zou volgen – niet alleen van invloed zijn op de bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, maar tevens op de hoogte van de eventuele op te leggen straf. Om die reden zal het hof de opmerkingen van de raadsman wel bespreken.

Namens verdachte heeft de raadsman aangevoerd dat van verspreiding van kinderpornografische afbeeldingen, zoals onder 1 en 2 ten laste is gelegd, geen sprake is geweest. Mogelijk is weliswaar beeldmateriaal geüpload door gebruik van het peer-to-peer netwerk Emule, echter is dat geen actieve verspreiding van het beeldmateriaal waar de verdachte zich bewust van is geweest.

Het hof overweegt het volgende.

Het hof heeft in de stukken, anders dan in de verklaring die de verdachte bij de politie heeft afgelegd, geen aanwijzingen gevonden dat de verdachte voor het verspreiden van kinderpornografisch materiaal gebruik heeft gemaakt van een peer-to-peer netwerk. De meldingen die van het National Center for Missing and Exploited Children afkomstig zijn, houden in dat door een gebruiker één keer via Picasa en vier keer via Facebook één of meerdere kinderpornografische afbeeldingen zijn geüpload. In alle gevallen was het IP-adres van de gebruiker te herleiden tot de verdachte. De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij alleen woonachtig was op het adres [adres] te [woonplaats] en ook dat hij gebruik heeft gemaakt van zogenaamde pseudo accounts. Onder die omstandigheden kan het niet anders dan dat de verdachte de gebruiker is geweest die in de meldingen is aangeduid. Het hof acht dan ook bewezen dat de verdachte via de in die meldingen genoemde kanalen de onder 1 ten laste gelegde afbeeldingen heeft verspreid.

Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde overweegt het hof als volgt. De melding van het NCMEC houdt in dat door de gebruiker van het e-mailadres [e-mailadres] één kinderpornografische afbeelding was geüpload naar een e-mail. In het rapport van het NCMEC is onder ‘additionele informatie’ opgenomen: ‘Google became aware of the reported image(s) in an upload to an email which may or may not have been sent.’ (pg. 134)

Gelet hierop heeft het hof niet kunnen vaststellen of de e-mail, met daarbij als bijlage de kinderpornografische afbeelding, daadwerkelijk is verzonden, of in de map ‘Concepten’ is blijven staan. Om die reden zal het hof de verdachte vrijspreken van het bestanddeel ‘verspreiden’ in het onder 2 ten laste gelegde. Het hof acht, gelet op de inhoud van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van de verdachte, wel bewezen dat de verdachte de afbeelding in zijn bezit heeft gehad.

De raadsman heeft verder betoogd dat het overgrote gedeelte van het beeldmateriaal op de computer en harde schijven niet zonder gebruik van speciale recovery software te bekijken was, zodat het aantal foto’s en video’s waarover de verdachte in de ten laste gelegde periode de beschikking heeft gehad veel kleiner is dan hem wordt verweten. Een ander klein gedeelte was opgeslagen in temporary internet files, waarvan kan worden geconcludeerd dat de verdachte deze bestanden niet, althans voor zover relevant niet bewust, ter beschikking had.

Het hof overweegt als volgt.

De door de raadsman geplaatste kanttekeningen hebben betrekking op het onder 3 en 4 ten laste gelegde. Uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen volgt dat op de gegevensdragers die onder de verdachte in beslag genomen zijn, in totaal 887 afbeeldingen zijn aangetroffen die zijn aangemerkt als dierenpornografisch materiaal en 11.212 foto’s en twee video’s die zijn aangemerkt als kinderpornografisch materiaal. De in de tenlastelegging van feit 3 opgenomen dierenpornografische afbeeldingen zijn alle aangetroffen in de temporary internet files (pg. 192). De kinderpornografische afbeeldingen die onder het 4 ten laste gelegde zijn opgenomen, zijn aangetroffen in de unallocated disk space (pg. 167).

Het hof stelt voorop dat voor bezit als bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht (voorwaardelijk) opzet vereist is, hetgeen tot uitdrukking komt in een zekere (beschikkings)macht. Voor digitale gegevens is daartoe een element van bewuste vastlegging van het materiaal vereist. Alleen het bekijken van digitale kinderpornografie levert daarom in zijn algemeenheid nog geen strafrechtelijk verwijtbaar ‘bezit’ op.

Van de temporary internet files kan naar het oordeel van het hof niet worden gezegd dat er sprake was van een bewuste vastlegging van het materiaal, omdat de bestanden automatisch door het systeem zijn aangemaakt. Het hof acht het in bezit hebben van de bestanden inhoudende dierenpornografische afbeeldingen, zoals onder 3 ten laste is gelegd, dan ook niet bewezen. Wel is de conclusie dat de verdachte zich opzettelijk de toegang tot deze bestanden heeft verschaft via een geautomatiseerd netwerk of met gebruikmaking van een communicatiedienst. Gelet op de gebruikte zoektermen ‘horse sucking slut’, ‘horse suck slut’, ‘horse sucking slut play with pussy’ en ‘suck a horse meanwhile plays with pussy’, de hoeveelheid aangetroffen dierenporno en de verklaring die de verdachte over de dierenporno, is de verdachte actief op zoek geweest naar dit materiaal.

Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde bezit overweegt het hof als volgt. De afbeeldingen zijn in de unallocated disk space terechtgekomen, doordat zij door de gebruiker, de verdachte, zijn verwijderd. Dat betekent dat de afbeeldingen eerder door de verdachte op de gegevensdrager zijn gezet en dat hij deze gedurende enige tijd ter beschikking heeft gehad. Daaraan doet niet af dat de afbeeldingen ten tijde van het politieonderzoek niet meer aan hem ter beschikking stonden.

De verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij de kinderpornografische bestanden heeft verwijderd zodra hij achter het speciale karakter van de bestanden was gekomen, verwerpt het hof als ongeloofwaardig, nu de verdachte enerzijds heeft verklaard dat hij na zijn ontslag in een neerwaartse spiraal is terechtgekomen en dat hij vervolgens op zoek is gegaan naar een wereld op het internet, met onder meer kinderporno. Anderzijds heeft hij verklaard dat hij regelmatig bestanden verwijderde, laatstelijk een paar dagen voor de doorzoeking door de politie. Daaruit leidt het hof af dat het opzet van de verdachte er op was gericht de kinderpornografische afbeeldingen in elk geval gedurende enige tijd ter beschikking – en dus in bezit – te hebben.

The post Vrijspraak bij kinderporno in tempory internet files appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
https://www.zedenadvocaat.nl/vrijspraak-bij-kinderporno-in-tempory-internet-files/feed/ 0
Wanneer gewoonte maken bezit kinderporno https://www.zedenadvocaat.nl/wanneer-gewoonte-maken-bezit-kinderporno/ https://www.zedenadvocaat.nl/wanneer-gewoonte-maken-bezit-kinderporno/#respond Tue, 17 Oct 2017 22:09:36 +0000 https://www.zedenadvocaat.nl/?p=1762 Of er sprake is van een gewoonte van het bezit van kinderporno is afhankelijk van de hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen, de frequentie waarmee kinderporno werd gedownload, en de duur van de periode dat de kinderporno werd binnengehaald. Hierbij hoeft er niet sprake te zijn van een commercieel oogmerk Het een gewoonte maken van in bezit hebben van […]

The post Wanneer gewoonte maken bezit kinderporno appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
Of er sprake is van een gewoonte van het bezit van kinderporno is afhankelijk van de hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen, de frequentie waarmee kinderporno werd gedownload, en de duur van de periode dat de kinderporno werd binnengehaald. Hierbij hoeft er niet sprake te zijn van een commercieel oogmerk

Het een gewoonte maken van in bezit hebben van een afbeelding of gegevensdrager zou reeds kunnen bestaan bij een bezit van meerdere pornografische afbeeldingen of meerdere gegevensdragers met (een) pornografische afbeelding(en). Onder het ‘er een gewoonte van maken’ wordt verstaan een herhaling van delicten die door een herhaling van feitelijke handelingen tot stand komt, en waarbij telkens de intentie of de neiging het desbetreffende delict te plegen tot uitdrukking wordt gebracht. Onder omstandigheden kan die herhaling worden aangemerkt als ‘het maken van een gewoonte’ van het plegen van de bedoelde delicten. De gewoonte kan ook blijken uit de duur van het bezit of de wijze waarop men het bezit verkregen heeft. Zo kan het zijn dat de verdachte de afbeeldingen stukje bij beetje heeft verzameld en hij dus steeds weer nieuwe afbeeldingen in bezit heeft gekregen, daarmee tot uitdrukking brengend dat hij een gewoonte heeft gemaakt van het verzamelen, dus van het in bezit hebben van pornografische afbeeldingen.
Wat betreft de vereiste duur van de periode waarin deze herhalingen optreden is niet zonder meer een ondergrens te geven. Een gewoonte kan zich zelfs hebben gemanifesteerd indien de betreffende handelingen hebben plaatsgehad binnen een tijdsbestek van twee weken. Een hoge frequentie in een korte periode kan eventueel een gewoonte opleveren, terwijl een lage frequentie in een lange periode wellicht nog niet kan worden geduid als een gewoonte. De vastgestelde omstandigheden zijn telkens doorslaggevend.

> Meer informatie beoordelingskader gewoonte maken van kinderporno

HR 17 september 2009, ECLI:NL:HR:2013:702
De verdachte gedurende een periode van (in ieder geval) een aantal maanden afbeeldingen heeft gedownload, heeft opgeslagen en bewaard in ‘mappen’ in het geheugen van zijn computer, dan wel heeft gebrand op verschillende cd’s en dvd’s. Hij heeft dus in die periode het bezit van die afbeeldingen en gegevensdragers uitgebreid en aangevuld tot een verzameling van in totaal 5537 afbeeldingen. Daarna heeft hij die afbeeldingen nog ruim vijf jaar in zijn bezit gehouden of gehad.

HR 7 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BN8215
Verdachte heeft in een periode van bijna 3 jr telkens afbeeldingen en films gedownload, opgeslagen en bewaard in vele mappen, op 2 harde schijven en op 100-en dvd’s en dat hij aldus zijn bezit van die afbeeldingen en gegevensdragers in de loop van die periode heeft uitgebreid en aangevuld tot een verzameling die ongeveer 41.213 kinderpornografische multimediafiles bevat. Daarvan uitgaande heeft het Hof kunnen oordelen dat verdachte van het in bezit hebben van die afbeeldingen en gegevensdragers a.b.i. art. 240b Sr “een gewoonte heeft gemaakt.

Rb. Breda 29 april 2004, LJN AO8758
“Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat verdachte zich gedurende anderhalf jaar actief heft beziggehouden met het verzamelen en verspreiden van kinderporno (…). Bovendien is verdachte medebeheerder geweest van een box waardoor hij het uitwisselen van kinderpornografisch materiaal faciliteerde. Hierdoor heeft verdachte een gewoonte gemaakt van het voorhanden hebben van kinderporno. Dat de verdachte zich niet heeft bezig gehouden met de productie en verspreiding met commercieel oogmerk (…) is (…) niet relevant.”

Zie ook conclusie A-G mr. Aben (ECLI:NL:PHR:2013:793)

The post Wanneer gewoonte maken bezit kinderporno appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
https://www.zedenadvocaat.nl/wanneer-gewoonte-maken-bezit-kinderporno/feed/ 0
Categorische indeling tenlastelegging bij kinderporno leidt niet tot nietigheid dagvaarding https://www.zedenadvocaat.nl/categorische-indeling-tenlastelegging-kinderporno-leidt-tot-nietigheid-dagvaarding/ https://www.zedenadvocaat.nl/categorische-indeling-tenlastelegging-kinderporno-leidt-tot-nietigheid-dagvaarding/#respond Sat, 14 Oct 2017 20:21:51 +0000 https://www.zedenadvocaat.nl/?p=1759 De rechtbank Oost-Brabant heeft in haar uitspraak van 5 juni 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:3228 bepaalt dat de door de Hoge Raad voorgeschreven wijze van het ten laste leggen van kinderporno niet verplicht is. Een officier van justitie mag hier helaas van afwijken en de kinderpornografische afbeeldingen ook categorisch ten laste leggen.   Afbeelding seksuele gedraging is onvoldoende […]

The post Categorische indeling tenlastelegging bij kinderporno leidt niet tot nietigheid dagvaarding appeared first on Zedenadvocaat.

]]>

De rechtbank Oost-Brabant heeft in haar uitspraak van 5 juni 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:3228 bepaalt dat de door de Hoge Raad voorgeschreven wijze van het ten laste leggen van kinderporno niet verplicht is. Een officier van justitie mag hier helaas van afwijken en de kinderpornografische afbeeldingen ook categorisch ten laste leggen.

 

Afbeelding seksuele gedraging is onvoldoende omschrijving

De rechtbank overweegt eerst in het algemeen dat aan de term “afbeelding van een seksuele gedraging”, in de zin van artikel 240b eerste lid van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr),  op zichzelf onvoldoende feitelijke betekenis toekomt. Zonder feitelijke omschrijving van die afbeelding in de tenlastelegging voldoet de dagvaarding niet aan de in artikel 261, eerste lid, Sv gestelde eis van opgave van het feit.

Tenlastelegging kinderporno vlg HR niet verplicht

De rechtbank vervolgt dat dat in zijn arrest van 24 juni 2014, gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2014:1497,  de Hoge Raad een aantal redenen heeft gegeven waarom het de voorkeur verdient dat de steller van een tenlastelegging het bezit van een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal ten laste legt op de wijze zoals de Hoge Raad dat in zijn arrest heeft uiteengezet. Van een verplichting om een tenlastelegging op die wijze vorm te geven, blijkt echter niet uit dat arrest. In ieder geval kan uit dat arrest niet geconcludeerd worden dat een andere wijze van tenlasteleggen van grootschalige kinderporno nimmer aan de eisen van art. 261 Sv kan voldoen. Voor zover de verdediging dit heeft willen betogen, faalt het verweer.

Dagvaarding is niet nietig

De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag geplaatst of aan de tenlastelegging [parketnummer 01/879299-14, feit 2] voldoende feitelijke betekenis toekomt in de zin van artikel 261 Sv. De steller van de tenlastelegging heeft onder A en B van feit 2 de seksuele gedragingen (als bedoeld in art. 240b Sr) die zouden voorkomen op het aangetroffen materiaal nader omschreven. De seksuele gedragingen zijn daarbij in categorieën onderverdeeld en per categorie is een nadere feitelijke omschrijving van de seksuele gedraging weergegeven, waarbij telkens als toelichting aan het eind van deze omschrijving wordt verwezen naar één of meer bestandsnamen van afbeeldingen uit de collectie, met daarbij genoemd het bronproces-verbaal waarin die afbeeldingen worden beschreven. Bovendien zijn de specifieke gegevensdragers waarop zich de in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen zouden bevinden in de tenlastelegging opgenomen. Een en ander is op eenvoudige wijze in het procesdossier terug te vinden. Ook is de rechtbank van oordeel dat de in de tenlastelegging beschreven afbeeldingen een representatieve selectie vormen van alle bij verdachte aangetroffen afbeeldingen, die tevens zijn beschreven in het procesdossier. Uit de tenlastelegging en de beschreven selectie van afbeeldingen blijkt derhalve welk verwijt verdachte wordt gemaakt en waartegen hij zich heeft te verdedigen.

Overigens is de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting niet gebleken dat verdachte en zijn raadsman niet hebben begrepen wat verdachte wordt verweten.

The post Categorische indeling tenlastelegging bij kinderporno leidt niet tot nietigheid dagvaarding appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
https://www.zedenadvocaat.nl/categorische-indeling-tenlastelegging-kinderporno-leidt-tot-nietigheid-dagvaarding/feed/ 0
Kinderporno via realtime verbinding en peer-to-peer https://www.zedenadvocaat.nl/kinderporno-realtime-verbinding-en-peer-to-peer/ https://www.zedenadvocaat.nl/kinderporno-realtime-verbinding-en-peer-to-peer/#respond Sun, 08 Oct 2017 13:14:02 +0000 https://www.zedenadvocaat.nl/?p=1743 In Rb Haarlem, 29 november 2011, ECLI:NL:RBHAA:2011:BV0020 kwamen zo;n beetje alle verweren terug die we vaker zien in verschillende kinderpornozaken. Realtime videoverbinding Dubbeltellingen Peer-to-peer downloaden Unallocated clusters Realtime verbinding In het onderhavige geval kan worden vastgesteld dat de seksuele gedragingen van minderjarigen om via een internetverbinding door derden elders op de eigen computer bekeken te […]

The post Kinderporno via realtime verbinding en peer-to-peer appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
In Rb Haarlem, 29 november 2011, ECLI:NL:RBHAA:2011:BV0020 kwamen zo;n beetje alle verweren terug die we vaker zien in verschillende kinderpornozaken.

  • Realtime videoverbinding
  • Dubbeltellingen
  • Peer-to-peer downloaden
  • Unallocated clusters

Realtime verbinding

In het onderhavige geval kan worden vastgesteld dat de seksuele gedragingen van minderjarigen om via een internetverbinding door derden elders op de eigen computer bekeken te kunnen worden, eerst moeten worden opgenomen met een webcam. Daarmee zijn het afbeeldingen van kinderpornografisch materiaal, die via de internetverbinding aan verdachte zijn verzonden. Daaraan doet niet af dat die afbeeldingen direct nadien mogelijk niet meer beschikbaar zijn. In het licht van het aan de wetswijziging van artikel 240b, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) ten grondslag liggende belang van de bescherming van minderjarigen tegen misbruik van afbeeldingen van door hen verrichte seksuele gedragingen, moet derhalve geconcludeerd worden dat het via een internetverbinding zogenaamd “real time” bekijken door derden op de eigen computer van voor een webcam verrichte seksuele handelingen op een andere locatie, zoals hier het geval is, valt onder het bereik van artikel 240b, eerste lid, Sr.

Dubbeltellingen

Door de raadsvrouw is voorts aangevoerd dat door de wijze van ten laste leggen in de tenlastelegging dubbeltelingen voorkomen van filmpjes en afbeeldingen. Voorts heeft de raadsvrouw door bij de verschillende filmpjes en afbeeldingen in haar pleitnota een onderscheid aan te brengen in de in artikel 240b, eerste lid, Sr strafbaar gestelde gedragingen, aan de hand van diverse voorbeelden naar voren gebracht dat er niet steeds sprake is van alle dan wel meerdere in de tenlastelegging genoemde gedragingen.

De rechtbank onderschrijft deze betogen van de raadsvrouw. De wijze van ten laste leggen noopt er echter niet toe om telkens aan te geven op welke in artikel 240b, eerste lid, Sr strafbaar gestelde gedragingen de onderscheiden filmpjes en afbeeldingen het oog hebben, nu ten aanzien van alle gedragingen onweersproken kan worden vastgesteld dat die meermalen hebben plaats gevonden. De rechtbank zal niettemin op een aantal ter zake gevoerde verweren ingaan.

Peer-tot-peer programma

Verdachte heeft betwist dat hij kinderpornobestanden naar [mededader] heeft verstuurd. Verdachte heeft in chatcontact met [mededader] weliswaar laatstgenoemde fragmenten van een filmpje met onder andere [slachtoffer 1] getoond, maar verdachte zou daarbij niet de opzet op het verspreiden van deze bestanden hebben gehad.

De rechtbank is van oordeel dat reeds het enkele tonen aan [mededader] van de filmfragmenten met onder andere [slachtoffer 1], mede gelet op de uitleg die verdachte gaf aan [mededader] blijkens de tussen hen gevoerde chatgesprekken over het opnemen van diverse beelden en de context waarin deze gesprekken plaatsvonden, inhoudt dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [mededader] deze beelden ook daadwerkelijk zou opnemen zodat er sprake is van verspreiden. Dit geldt temeer nu er bestanden afkomstig van verdachte met de hiervoor bedoelde fragmenten zijn aangetroffen op de computer van [mededader], zoals blijkt uit het proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2011, welk proces-verbaal de rechtbank bruikbaar acht voor het bewijs.

Door de verdediging is ter terechtzitting met betrekking tot de bestanden die via [netwerk] zijn uitgewisseld voorts betoogd dat niet zonder meer kan worden gezegd dat door verdachte ontvangen bestanden ook door hem zijn verspreid. Weliswaar blijkt uit de internettap dat deze bestanden zijn binnengehaald door de computer van verdachte, maar niet in alle gevallen is vast te stellen wat er vervolgens met deze bestanden is gebeurd. Het bezit van deze bestanden noch het verspreiden ervan zou bewezen verklaard kunnen worden. Hierbij is door de verdediging onder meer verwezen naar een filmpje met een baby ([naam]). Verdachte zegt dit filmpje niet te kennen en dit bestand is ook niet aangetroffen bij hem. De film is door de politie beschreven omdat het tijdens het versturen is onderschept, opgeslagen en ontsleuteld.

De rechtbank stelt voorop dat voor het bezit van kinderpornografisch beeldmateriaal als bedoeld in artikel 240b Sr opzet, tot uitdrukking komende in een zekere (beschikkings)macht, is vereist. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard slechts de intentie te hebben gehad om kinderpornografische afbeeldingen en/of (webcam/film)fragmenten te downloaden van jongens in de leeftijdscategorie vanaf ongeveer 11 jaar. Verdachte deed dit via downloadprogramma’s zoals [netwerk], waarna de bestanden op zijn computer terecht kwamen. Het gegeven dat verdachte via het zogenaamde peer to peer programma [netwerk], bestanden uitwisselde binnen een daartoe door hem specifiek geselecteerde kring van gebruikers van dit programma, betekent dat verdachte, via het downloaden van bestanden afkomstig uit de verzameling van andere van die geselecteerde gebruikers deel uitmakende personen, grote hoeveelheden kinderpornografisch materiaal in zijn computer opsloeg. Anders dan de verdediging heeft betoogd, gaat het hierbij niet om een automatisch proces waarop verdachte geen invloed kon uitoefenen, maar om het gevolg van een bewuste, doelgerichte handeling, namelijk het toetreden tot genoemde kring van geselecteerde gebruikers die elkaar onderling toegang verschaften tot elkaars bestanden. Daarmee heeft verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij ook kinderpornografische afbeeldingen van kinderen van een nog jongere leeftijdscategorie zou downloaden (0-2 jaar). Daarmee is aan het (voorwaardelijk) opzetvereiste voldaan. De rechtbank acht gelet op het voorgaande dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ook de betreffende afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad, als bedoeld in artikel 240b, eerste lid, Sr.

Unallocated clusters; onduidelijk welke periode bezit

Voorts is aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het bezit van of het zich middels een geautomatiseerd bestand of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaffen tot alle bestanden die de vermelding T119 hebben in de ten laste gelegde periode, nu deze bestanden, bij onderzoek aangetroffen op de externe harde schijf, niet meer zichtbaar zijn, maar zijn gewist. Het gegeven dat er bestanden zijn aangetroffen in de zogenaamde “unallocated clusters” toont juist aan de verdachte geen andere bedoeling had dan deze bestanden te verwijderen. De rechtbank stelt vast dat het gelet op de inhoud van de unallocated clusters weliswaar aannemelijk is dat verdachte via [netwerrk] gedownloade bestanden in zijn bezit heeft gehad en vervolgens verwijderd heeft, maar niet valt vast te stellen dat dit ook het geval is geweest in de door de officier van justitie in de tenlastelegging tot de periode tussen 20 september 2010 tot en met 6 oktober 2010 beperkte periode, nu deze bestanden niet meer op de gegevensdrager aangeduid als T119 zijn aangetroffen. Daarnaast is de rechtbank, anders dan de officier van justitie, niet van oordeel dat het terughalen van de bestanden voor verdachte eenvoudig te realiseren zou zijn, gelet op de bijzondere deskundigheid met betrekking tot computertechniek, waarover verdachte zou beschikken. Van zodanige bijzondere deskundigheid van verdachte die zich met name met de sales van computers bezig hield en niet zozeer met de techniek zelve, is immers niet gebleken. De rechtbank zal verdachte om die reden van het bezit van en het zich middels een geautomatiseerd bestand of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang verschaffen tot de bestanden die de vermelding T119 hebben, vrijspreken.

The post Kinderporno via realtime verbinding en peer-to-peer appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
https://www.zedenadvocaat.nl/kinderporno-realtime-verbinding-en-peer-to-peer/feed/ 0
Sexting uitgelegd https://www.zedenadvocaat.nl/sexting-uitgelegd/ https://www.zedenadvocaat.nl/sexting-uitgelegd/#respond Thu, 20 Jul 2017 21:14:10 +0000 https://www.zedenadvocaat.nl/?p=1592 Sexting is een samenvoeging van de Engelse worden sex en texting en betreft het sturen van seksueel getinte berichten of foto’s of video’s, meestal via de smartphone. Onder kinderen is sexting populair. Consensuele sexting tussen minderjarige leeftijdsgenoten valt onder het experimenteergedrag dat in het huidige tijdsgewricht past bij adolescenten. Seksuele communicatie met kinderen is als zodanig […]

The post Sexting uitgelegd appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
Sexting is een samenvoeging van de Engelse worden sex en texting en betreft het sturen van seksueel getinte berichten of foto’s of video’s, meestal via de smartphone. Onder kinderen is sexting populair. Consensuele sexting tussen minderjarige leeftijdsgenoten valt onder het experimenteergedrag dat in het huidige tijdsgewricht past bij
adolescenten. Seksuele communicatie met kinderen is als zodanig niet strafbaar op grond van de huidige zedenwetgeving. Voor een aanpassing van de strafwet in verband met «sexting» heeft de wetgever geen reden gezien. Seksueel materiaal van kinderen kan op basis van de huidige wetgeving worden aangemerkt als kinderpornografie. Diverse handelingen
met betrekking tot kinderpornografie, waaronder het bezitten, vervaardigen en verspreiden, zijn strafbaar gesteld in artikel 240b Sr. Het huidige wettelijke kader met betrekking tot kinderpornografie biedt voldoende ruimte voor
maatwerk bij de vervolging.

The post Sexting uitgelegd appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
https://www.zedenadvocaat.nl/sexting-uitgelegd/feed/ 0
Teruggave computers ondanks aantreffen kinderporno https://www.zedenadvocaat.nl/teruggave-computers-ondanks-aantreffen-kinderporno/ https://www.zedenadvocaat.nl/teruggave-computers-ondanks-aantreffen-kinderporno/#respond Fri, 26 May 2017 13:55:03 +0000 https://www.zedenadvocaat.nl/?p=1554 Vaak is het zo dat de officier na het aantreffen van kinderporno, zich op het standpunt zal stellen dat de computer moet worden onttrokken aan het verkeer omdat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd met de wet of het algemeen belang is. Er volgt dan een afwijzing die als volgt wordt gemotiveerd: “Vaststaat dat er […]

The post Teruggave computers ondanks aantreffen kinderporno appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
Vaak is het zo dat de officier na het aantreffen van kinderporno, zich op het standpunt zal stellen dat de computer moet worden onttrokken aan het verkeer omdat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd met de wet of het algemeen belang is.

Er volgt dan een afwijzing die als volgt wordt gemotiveerd:
“Vaststaat dat er kinderpornografisch materiaal op de inbeslaggenomen gegevensdragers van de verdachte staat. Gegevensdragers waarop kinderpornografisch materiaal is opgeslagen zijn voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang. Als uitgangspunt heeft dan ook te gelden dat dergelijke gegevensdragers ingevolge de artikelen 36b en 36d Sr worden onttrokken aan het verkeer.

Verzocht is om teruggave van de gegevensdragers, na verwijdering van de daarop voorkomende kinderpornografische beelden. Daarmee wordt verzocht een uitzondering te maken op voormeld uitgangspunt. De verdachte heeft echter niet gemotiveerd welk bijzonder persoonlijk belang hiermee gediend is. Daarnaast is evenmin nader gemotiveerd van welke concrete bestanden, waarvan het bezit niet in strijd is met de wet, teruggave wordt verzocht. Daarbij komt dat de verdachte zelf het risico heeft aanvaard dat strafbare en niet-strafbare gegevensbestanden op zijn gegevensdragers zijn vermengd. Het weer scheiden van deze bestanden vormt een onevenredig grote belasting voor de opsporingsdiensten.” (ECLI:NL:RBROT:2018:8802)

Dit is echter niet altijd terecht. In de jurisprudentie zien we nu een kentering. Steeds vaker besluiten rechters om de (geschoonde) computer terug te geven aan de verdachte, juist omdat op die computers ook andere belangrijke bestanden staan.

Teruggave computers na aantreffen 22 bestanden kinderporno (betreft: klaagschriftprocedure)

Rechtbank Rotterdam, 20 oktober 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:8345
Volgens onderzoek van de politie zijn op de harde schijf 22 bestanden aangetroffen met kinderporno (hierna: de 22 bestanden). Niet in geschil is dat buiten de 22 bestanden vele andere gegevens (bestanden) op de harde schijf staan (hierna: de andere gegevens). Er is vooralsnog geen enkele aanleiding te veronderstellen dat zich tussen de andere gegevens bestanden bevinden waarvan het bezit strafbaar is. Immers, onderzoek aan de hele verzameling gegevens, heeft alleen de 22 bestanden opgeleverd waarvoor de klager zal gaan worden vervolgd. Bij deze stand van zaken, ziet de rechtbank niet in welk strafrechtelijk doel nog wordt gediend met het beslag op de andere gegevens. Er wordt geen onderzoekbelang meer gediend. Immers het onderzoek aan de andere gegevens is al gedaan en bovendien is er een forensische kopie gemaakt waaraan, indien nodig, nader onderzoek kan worden verricht. Het is voorts hoogst onwaarschijnlijk dat de strafrechter, later oordelend, een verbeurdverklaring of onttrekking zal gelasten waaruit het verlies van de andere gegevens zal voortvloeien. Onttrekking van de andere gegevens is hoogst onwaarschijnlijk, omdat van de andere gegevens niet kan worden vastgesteld dat het ongecontroleerd bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. Verbeurdverklaring van de andere gegevens is hoogst onwaarschijnlijk, omdat evenmin kan worden vastgesteld dat de andere gegevens een relatie hebben met het strafbare feit als bedoeld in artikel 33a van het Wetboek van Strafrecht. De conclusie is dan ook, dat er geen strafvorderlijk belang is bij handhaving van het beslag op de andere gegevens. Deze zullen dan ook ter beschikking van de klager moeten worden gesteld.

Deze beslissing zal op enige wijze moeten worden uitgevoerd. Het is aan het openbaar ministerie om te besluiten op welke feitelijke wijze dit geschiedt, maar de rechtbank zal een paar handvatten geven. Twee voor de hand liggende methoden van verstrekking van de andere gegevens zijn deze:

  1. Op de in beslag genomen harde schijf worden de 22 bestanden zodanig gewist dat het terughalen van deze bestanden niet meer mogelijk is. De rechtbank is er ambtshalve van op de hoogte dat er software bestaat die deze taak kan uitvoeren. Na het wissen van de 22 bestanden kan de harde schijf dan worden teruggegeven.
  2. De andere gegevens worden gekopieerd op een lege gegevensdrager.

Deze methoden sluiten andere methoden niet uit en zijn slechts bedoeld als mogelijke werkwijze; het is aan het openbaar ministerie om hier verder gevolg aan te geven. In elk geval wordt niet van het openbaar ministerie verlangd dat het zelf een lege gegevensdrager aanschaft om de andere gegevens op te kopiëren; dit ligt in voorkomende gevallen op de weg van de klager.

De rechtbank zal het beklag gegrond verklaren voor zover het ziet op de andere gegevens.

Teruggave computers na aantreffen 9 bestanden kinderporno (betreft: strafzaak inhoudelijk)

Rechtbank Rotterdam, 25 januari 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:642
Wanneer een computer met een ingebouwde gegevensdrager in beslag wordt genomen, dan wordt niet alleen een stoffelijk voorwerp in beslag genomen, maar worden ook alle gegevens op de gegevensdrager in beslag genomen. In deze zaak rust het beslag op een laptop, met daarin een harde schijf, met daarop gegevens. Onttrekking van het voorwerp laptop zonder beperking, zou tevens inhouden onttrekking van alle gegevens op de harde schijf.
Op de harde schijf van de laptop van de verdachte zijn negen bestanden aangetroffen met kinderporno. Het ongecontroleerde bezit van deze negen bestanden, met betrekking tot welke het bewezen feit is begaan, is in strijd met de wet en het algemeen belang dus deze bestanden zullen worden onttrokken aan het verkeer.
Niet in geschil is dat buiten deze negen bestanden ook andere gegevens (bestanden) op de harde schijf staan. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat zich tussen deze andere gegevens, bestanden bevinden waarvan het bezit strafbaar is. Immers, onderzoek aan de hele verzameling gegevens, heeft alleen de negen bestanden opgeleverd waarvoor de verdachte zal worden veroordeeld.
Onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen laptop zonder beperking, zou betekenen dat de andere (niet strafbare) bestanden verloren gaan, terwijl niet kan worden vastgesteld dat het ongecontroleerd bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
De conclusie is dan ook dat de andere gegevens ter beschikking van de verdachte moeten worden gesteld en in zoverre zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte (vgl. rechtbank Rotterdam 20 oktober 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:8345).
Het is aan het openbaar ministerie om te besluiten op welke feitelijke wijze dit plaatsvindt. De rechtbank zal daarvoor een paar handvatten geven.
Twee voor de hand liggende methoden van verstrekking van de andere gegevens zijn deze:
i. Op de in beslag genomen harde schijf worden de negen bestanden zodanig gewist dat het terughalen van deze bestanden niet meer mogelijk is. Na het wissen van de negen bestanden kan de harde schijf dan worden teruggegeven.
ii. De verdachte levert een (lege) gegevensdrager aan, waarop de politie de andere gegevens kopieert.
Deze methoden sluiten andere methoden niet uit en zijn slechts bedoeld als mogelijke werkwijze; het is aan het openbaar ministerie om hier verder gevolg aan te geven. In elk geval wordt niet van het openbaar ministerie verlangd dat het zelf een lege gegevensdrager aanschaft om de andere gegevens op te kopiëren: dit ligt op de weg van de verdachte.

Teruggave dierbare afbeeldingen

ECLI:NL:RBMNE:2017:2874
Ook kan gevraagd worden om de enkele teruggave van dierbare afbeeldingen. Belangrijk is dat wel dat het verzoek om teruggaaf van foto’s voldoende concreet en duidelijk is. In het klaagschrift moet duidelijk worden aangegeven om welke bestanden het gaat, hoeveel dit er zijn en waar deze staan opgeslagen op de harde schijf.

Hoge Raad: Geen teruggave van aparte bestanden mogelijk

HR 4 december 2018,ECLI:NL:HR:2018:2244
De Hoge Raad heeft nu echter bepaald dat de bestanden op een harde schijf niet zijn aan te merken als afzonderlijke voorwerpen a.b.i. art. 36b Sr?
“De opvatting dat afzonderlijke bestanden/gegevens op gegevensdrager evenzovele voorwerpen zijn waarop beslag rust en zijn te beschouwen als afzonderlijke voorwerpen a.b.i. in art. 36b Sr, vindt geen steun in het recht. ’s Hofs oordeel dat harde schijf voor onttrekking vatbaar is, ook zonder dat fotobestanden aan verdachte ter beschikking worden gesteld, is voorts niet onbegrijpelijk en – ook in aanmerking genomen hetgeen door en namens verdachte is aangevoerd – toereikend gemotiveerd.”
De verdachte had gevraagd om bepaalde dierbare foto’s van een familiefeest terug te geven. Dat verzoek werd afgewezen en volgens de Hoge Raad is dat terecht.

The post Teruggave computers ondanks aantreffen kinderporno appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
https://www.zedenadvocaat.nl/teruggave-computers-ondanks-aantreffen-kinderporno/feed/ 0
Recidiverisico bij zedendelicten https://www.zedenadvocaat.nl/recidiverisico-bij-zedendelicten/ https://www.zedenadvocaat.nl/recidiverisico-bij-zedendelicten/#respond Wed, 22 Feb 2017 09:44:43 +0000 https://www.zedenadvocaat.nl/?p=1494 Over het recidiverisico van zedendelinquenten wordt niet adequaat gecommuniceerd in het strafproces. Dit komt doordat er te weinig gedeelde kennis is, blijkt uit het rapport ‘Gewogen risico’ van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Gedragsdeskundigen, reclasseringswerkers, officieren van justitie en rechters kennen bijvoorbeeld aan de term ‘gemiddeld risico’ een andere kans op […]

The post Recidiverisico bij zedendelicten appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
Over het recidiverisico van zedendelinquenten wordt niet adequaat gecommuniceerd in het strafproces. Dit komt doordat er te weinig gedeelde kennis is, blijkt uit het rapport ‘Gewogen risico’ van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Gedragsdeskundigen, reclasseringswerkers, officieren van justitie en rechters kennen bijvoorbeeld aan de term ‘gemiddeld risico’ een andere kans op recidive toe. Daardoor bestaat de kans dat zedendelinquenten onder- of overbehandeld worden.

Conclusies rapport recidiverisico bij zedendelicten

In §3.2 passeerden verschillende methoden voor communicatie over risico de revue. Zoals uit de analyse duidelijk zal zijn geworden zijn aan elke methode duidelijke voor- en nadelen verbonden. Daarom is het het beste meerdere methodes te combineren, zodat eventuele biases en misinterpretaties gecompenseerd worden. In eerder onderzoek hebben rechters aangegeven dat een dergelijke combinatie van methoden helpt bij het maken van een correcte inschatting. Zij geven zelf een voorkeur aan de eerste twee methoden (categorische en probabilistische risico-inschatting).27 Uit Hoofdstuk 2 blijkt echter tot welke misinterpretaties de categorische methode kan leiden. §3.3 behandelde factoren die meer bij de partijen in het communicatieproces liggen. De belangrijkste conclusie hieruit is dat rechters en officieren voldoende in staat moeten zijn de informatie die hen aangereikt wordt over recidiverisico op waarde te schatten. Experts moeten informatie allereerst op zo’n manier overbrengen dat hij ook begrijpelijk is voor wie niet deskundig is. Dit hoeft niet per se te gebeuren door gebruik van de categorische methode, maar kan bijvoorbeeld ook door het gebruik van visuele illustraties naast numerieke informatie. Tegelijk moeten magistraten in staat zijn de aangereikte informatie te begrijpen. Het is hiertoe raadzaam in de opleiding van rechters en officieren enige kennis van kansrekening op te nemen, genoeg om informatie over risico’s te kunnen plaatsen. §3.4 presenteerde een recent internationaal onderzoek waarin vijf categorieën zedendelinquenten op basis van recidiverisico gedefinieerd worden. Dit onderzoek is een aanzet tot het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal voor het spreken over recidiverisico van zedendelinquenten en de daaruit voortvloeiende interventies. De vijf gepresenteerde categorieën gaan ook gebruikt worden in de nieuwe Nederlandse versie van de Static-99R die later dit jaar uitkomt.28 Wat in ieder geval opvalt is dat in de Nederlandse juridische context weinig onderzoek is naar het hier beschreven communicatieproces, zodat eventuele verbeterpunten niet aan het licht komen. Uit het onderzoek in dit rapport blijkt dat de verschillende partners in het strafproces risicoboodschappen zoals doorgaans in rapportages staan verschillend kunnen interpreteren. Dit heeft een vertroebeling van de communicatie tot gevolg, zonder dat de deelnemers zich daar bewust van zijn. De literatuur zoals hierboven besproken geeft aan naar welke factoren in dit communicatieproces gekeken kan worden om misverstanden te verminderen. Hoofdstuk 4 presenteert dan ook de aanbevelingen die uit de problemen gesignaleerd in Hoofdstuk 2 en de oplossingsrichtingen gepresenteerd in dit hoofdstuk voortvloeien

Twee delen recidiverisico

Het rapport ‘Gewogen risico’ bestaat uit twee delen. Deel 1 gaat over de communicatie over recidiverisico van zedendelinquenten. In deel 2 wordt ingegaan op de vraag of informatie over risico op de juiste manier wordt vastgesteld en of de rechter de juiste beslissing over behandeling neemt op basis van die informatie. Deel 2 verschijnt ook in de eerste helft van 2017.

The post Recidiverisico bij zedendelicten appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
https://www.zedenadvocaat.nl/recidiverisico-bij-zedendelicten/feed/ 0
Tenlastelegging grootschalige kinderpornografie https://www.zedenadvocaat.nl/tenlastelegging-grootschalige-kinderpornografie/ https://www.zedenadvocaat.nl/tenlastelegging-grootschalige-kinderpornografie/#respond Wed, 10 Aug 2016 13:37:03 +0000 https://www.zedenadvocaat.nl/?p=1441 In HR 17 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3322 geeft de Hoge Raad nog eens weer hoe de tenlastelegging bij zaken met grootschalige kinderporno moet worden verwoord. Het is NIET de bedoeling dat er een verdeling in categorie komt, maar dat de tenlastelegging een representatieve selectie omvat van ten hoogste vijf afbeeldingen die volledig ten laste wordt gelegd. Algemeen […]

The post Tenlastelegging grootschalige kinderpornografie appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
In HR 17 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3322 geeft de Hoge Raad nog eens weer hoe de tenlastelegging bij zaken met grootschalige kinderporno moet worden verwoord. Het is NIET de bedoeling dat er een verdeling in categorie komt, maar dat de tenlastelegging een representatieve selectie omvat van ten hoogste vijf afbeeldingen die volledig ten laste wordt gelegd.

Algemeen beoordelingskader tenlastelegging

De tenlastelegging strekt er daarbij toe voor de procesdeelnemers – zowel voor het openbaar ministerie en de rechter als voor de verdachte en eventueel de benadeelde partij – de inzet van het geding en de te volgen beslissingsstructuur met de vereiste duidelijkheid vast te leggen (vgl. HR 27 juni 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZD0095, NJ 1996/126 en ECLI:NL:HR:1995:ZD0096, NJ 1996/127). Met het oog daarop dient ingevolge art. 261 Sv de dagvaarding een opgave te behelzen van het feit dat ten laste wordt gelegd, met vermelding omstreeks welke tijd en waar ter plaatse alsmede de omstandigheden waaronder het zou zijn begaan.

Beoordelingskader tenlastelegging bij kinderporno

Aangezien het de Hoge Raad bekend was dat onduidelijkheid bestond over de wijze waarop in het bijzonder het grootschalige bezit van – kort gezegd – kinderporno kan of moet worden tenlastegelegd, zijn in HR 20 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BS1739, NJ 2012/147 en HR 24 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1497, NJ 2014/339 enkele uitgangspunten geformuleerd met het oog op de strafrechtelijke beoordeling van het op grote(re) schaal voorhanden hebben van kinderporno.

Die uitgangspunten komen hierop neer

  • dat de steller van de tenlastelegging zich bij voorkeur zou moeten beperken tot het beschrijven van een selectie van een gering aantal (representatieve) afbeeldingen – zo mogelijk ten hoogste vijf – zonder in de tenlastelegging zelf enige aanduiding van of verwijzing op te nemen naar een wellicht grotere hoeveelheid waarvan die afbeeldingen deel uitmaken.
  • In geval van bewezenverklaring van het handelen van de verdachte met betrekking tot een of meer van die in de tenlastelegging omschreven afbeeldingen kan vervolgens bij de straftoemeting rekening worden gehouden met het grootschalige karakter van het delict, bijvoorbeeld op grond van de erkenning door de verdachte van het grootschalige karakter, hetgeen betekent dat de concrete afbeeldingen of de exacte hoeveelheid kinderporno niet behoeven te worden besproken, of op grond van de uitkomst van een in het voorbereidend onderzoek uitgevoerde steekproef uit het aangetroffen materiaal, mits de verdachte in de gelegenheid is gesteld de bij de steekproef gehanteerde methode aan de orde te stellen.

Verdeling tenlastelegging in categoriën niet toegestaan

De onderhavige tenlastelegging heeft, in afwijking van de hiervoor onder 2.5 aanbevolen werkwijze, betrekking op het bezit van 864 afbeeldingen, dus op grootschalige kinderporno, die – zonder nadere verduidelijking of herleidbaarheid tot die 864 afbeeldingen – in vier nader omschreven categorieën is onderverdeeld. De steller van de tenlastelegging heeft zich dus niet beperkt tot – een beschrijving van – een beperkte selectie van (representatieve) afbeeldingen. Uit de eisen die art. 261 Sv in gevallen als de onderhavige stelt aan de dagvaarding, vloeit voort dat de tenlastelegging met het oog op de in 2.4 genoemde duidelijkheid voor in het bijzonder de verdachte en de rechter ten aanzien van elk van die afbeeldingen, hetzij een voldoende concrete beschrijving dient te bevatten, hetzij de vindplaats van die beschrijving in het dossier dient te vermelden. Indien de tenlastelegging niet aan die eisen voldoet en de verdachte daarop beroep doet, kan zulks grond vormen voor nietigverklaring van de dagvaarding.

The post Tenlastelegging grootschalige kinderpornografie appeared first on Zedenadvocaat.

]]>
https://www.zedenadvocaat.nl/tenlastelegging-grootschalige-kinderpornografie/feed/ 0