{"id":942,"date":"2014-10-17T23:52:09","date_gmt":"2014-10-17T22:52:09","guid":{"rendered":"https:\/\/www.zedenadvocaat.nl\/?p=942"},"modified":"2014-10-18T13:10:41","modified_gmt":"2014-10-18T12:10:41","slug":"fotos-en-videofilms-kinderporno-moet-gespecificeerd-worden-tenlastelegging","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/www.zedenadvocaat.nl\/fotos-en-videofilms-kinderporno-moet-gespecificeerd-worden-tenlastelegging\/","title":{"rendered":"foto’s en videofilms kinderporno moet gespecificeerd worden in tenlastelegging"},"content":{"rendered":"
Aan de tenlastelegging van kinderporno worden bijzondere eisen gesteld. De tenlastelegging moet volgens artikel 261 Sv. voldoende concreet en duidelijk zijn. Dit betekent dat de seksuele handelingen nader beschreven moeten worden in de tenlastelegging. Gebeurt dat niet, dan moet de dagvaarding nietig worden verklaard.<\/p>\n
<\/p>\n
Deze eisen zien we ook weer in de uitspraak van de rechtbank Limburg, 16 april 2014, ECLI:NL:RBLIM:2014:3671<\/a>. Aan verdachte was ten laste gelegd \u2013 zakelijk samengevat \u2013 dat hij: Geen van die afbeeldingen is benoemd en beschreven in de tenlastelegging dan wel in het dossier De in beide feiten verfeitelijkte seksuele gedragingen zijn een weergave van de volgens de collectiescan in het materiaal aangetroffen hoofd- en subcategorie\u00ebn; steeds als en\/of tenlastegelegd. Iedere verwijzing naar afzonderlijke gespecificeerde afbeeldingen ontbreekt in de collectiescan en in de tenlastelegging.<\/p>\n In het arrest van de Hoge Raad d.d. 20 december 2011 (NJ 2012, 147) en in \u2013 onder andere \u2013 de uitspraak van het Gerechtshof te \u2019s-Hertogenbosch d.d. 10 februari 2014 (ECLI:NL:GHSHE:2014:317) wordt overwogen dat ook bij het bezit van grote hoeveelheden kinderporno het Openbaar Ministerie duidelijk moet concretiseren welke afzonderlijke strafbare feiten op de aangetroffen afbeeldingen worden ge\u00efdentificeerd. Het is niet voldoende als in globale beschrijvingen wordt aangegeven welke gedragingen op niet nader genoemde fotos en\/of video\u2019s zichtbaar zijn, ook al zijn deze gedragingen bijvoorbeeld vastgesteld door middel van een zogenaamde collectiescan.
\nfeit 1:
\n2616 foto\u2019s en\/of 1779 video\u2019s en\/of gegevensdragers bevattende kinderpornografische afbeeldingen in bezit heeft gehad; en
\nfeit 2:
\n52 foto\u2019s en\/of 1 video bevattende kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid, verworven en of aangeboden.<\/p>\nEisen Hoge Raad<\/h3>\n
\nIn onderhavige zaak is door de officier van justitie gekozen voor deze door de Hoge Raad en meerdere Gerechtshoven verworpen manier van tenlasteleggen.
\nGelet op het voorgaande overweegt de rechtbank dat de onderhavige tenlastelegging onvoldoende de afzonderlijke strafbare feiten identificeert die de tenlastelegging op het oog heeft, waardoor deze onvoldoende feitelijke betekenis heeft en niet voldoet aan de vereisten van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering.
\nAlles overziende is de rechtbank van oordeel dat de dagvaarding nietig dient te worden verklaard.<\/p>\n