{"id":2047,"date":"2021-06-27T12:58:33","date_gmt":"2021-06-27T11:58:33","guid":{"rendered":"https:\/\/www.zedenadvocaat.nl\/?p=2047"},"modified":"2021-06-27T12:58:33","modified_gmt":"2021-06-27T11:58:33","slug":"wanneer-misbruik-met-iemand-die-aan-zorg-is-toevertrouwd-artikel-249-sr","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/www.zedenadvocaat.nl\/wanneer-misbruik-met-iemand-die-aan-zorg-is-toevertrouwd-artikel-249-sr\/","title":{"rendered":"Wanneer misbruik met iemand die aan zorg is toevertrouwd (artikel 249 Sr)"},"content":{"rendered":"
Wanneer is er sprake van misbruik met iemand die zich als pati\u00ebnt of cli\u00ebnt aan zijn hulp of zorg is toevertrouwd? Om deze vraag te beantwoorden moeten we kijken naar de volgende punten:<\/p>\n
<\/p>\n
Uit de formulering van het bovengenoemd artikellid kan afgeleid worden dat er een hulpverleningsrelatie dient te bestaan tussen de hulpverlener en cli\u00ebnt\/pati\u00ebnt. Van belang is niet dat er een formele behandelrelatie dient te zijn. Het is hier bepalend of er een feitelijke behandelrelatie bestaat (HR 5-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3059)<\/p>\n
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 18 februari 1997 geoordeeld dat er slechts sprake is van ontucht als dat betrekking heeft op ontucht in de relatie van hulpverlener-pati\u00ebnt\/cli\u00ebnt. Uit deze relatie vloeit een bepaalde afhankelijkheid voort, waarvan geen misbruik mag worden gemaakt. Deze afhankelijkheid moet worden gezien als een die direct voortvloeit uit de specifieke behandelrelatie. Uitgangspunt blijft dat zolang er sprake is van een hulpverleningsrelatie, tevens sprake is van een vorm van afhankelijkheid van de hulpverlener. (HR 5-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3059.)
\nDie afhankelijkheid kan immers gevolgen hebben voor de vrijwilligheid van de seksuele relatie.<\/p>\n
Bovendien spelen de omstandigheden van het geval een belangrijke rol voor het al dan niet aannemen van afhankelijkheid. In de uitspraak van het Hof Leeuwarden in 2009 was sprake van afhankelijkheid waarin het slachtoffer zich bevond in een gesloten afdeling in het kader van tenuitvoerlegging van TBS met dwangverpleging (Hof Leeuwarden 06-10-2009, ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ9304). Verdachte was niet vrij om te gaan en te staan waar en met wie hij wenste. De verdachte maakte deel uit van het behandelteam. Deze relatie bestond ook nog tijdens de seksuele relatie. De functionele relatie had hier wel degelijk invloed op de seksuele handelingen tussen partijen.<\/p>\n
Daartegenover werd in de uitspraak van Rb. Oost-Brabant\u00a0 van 19 februari 2013 geoordeeld dat er geen sprake was van afhankelijkheid nu er een vrijwillige affectieve relatie is ontstaan tussen verdachte en het slachtoffer, waarbij slachtoffer \u2013 in die tijd was zij stabiel zonder enige gebruik van alcohol of drugs \u2013 bij herhaling het initiatief nam tot die relatie en de seksuele handelingen met wederzijdse instemming hebben plaatsgevonden. Zie ook de uitspraak van Rb. Groningen 5 maart 2009, waarbij geen sprake was van afhankelijkheid door de vrijwillige seksuele relatie met wederzijds goedvinden. Uit de verklaringen bleek verder niet dat er sprake was van enige druk of dwang uit de relatie van sociotherapeut en pati\u00ebnt.<\/p>\n
Onder bepaalde omstandigheden is een affectieve relatie niet strafbaar. Er is geen sprake van ontucht, wanneer de hulpverleningsrelatie bij de seksuele handelingen geen rol speelt. Dit betekent bijvoorbeeld wanneer sprake is van wederzijdse vrijwilligheid en daarbij enige vorm van afhankelijkheid niet van invloed is geweest (18 februari 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZD0645). Een bekend voorbeeld is dat wanneer de hulpverlener zijn vrouw als pati\u00ebnte behandelt. Hier is dan geen sprake van ontucht. Andere voorbeelden, waarin een dergelijke affectieve relatie niet strafbaar is, zijn hierboven reeds gegeven. Verder is het van belang om te kijken naar de concrete omstandigheden van het geval om vast te stellen of sprake is van afhankelijkheid.<\/p>\n
Blijkens HR 18-02-1997 is er wel een uitzondering op de hoofdregel dat seks met een pati\u00ebnt of cli\u00ebnt strafbaar is. Er is alleen geen sprake van ontucht indien de hulpverleningsrelatie geen rol speelt bij de seksuele handelingen. Enige vorm van afhankelijkheid moet hier niet van invloed zijn geweest.<\/p>\n
Gezichtspunten hierbij zijn<\/p>\n
Wanneer is er sprake van misbruik met iemand die zich als pati\u00ebnt of cli\u00ebnt aan zijn hulp of zorg is toevertrouwd? Om deze vraag te beantwoorden moeten we kijken naar de volgende punten: of er een afhankelijkheidsrelatie bestond of er sprake was van een affectieve relatie of de hulpverleningsrelatie een rol speelde<\/p>\n","protected":false},"author":1,"featured_media":0,"comment_status":"open","ping_status":"open","sticky":false,"template":"","format":"standard","meta":{"_mi_skip_tracking":false},"categories":[27],"tags":[],"yoast_head":"\n